2.10 Verstellen van de hoogte van de handgrepen
2.11 Transfer in en uit de rolstoel
L
VOORZICHTIG:
Indien U de transfer niet veilig op eigen kracht kan uitvoeren,
vraag dan hulp van iemand anders.
L
VOORZICHTIG:
Kans op kantelen van de rolstoel - Niet op de voetplaten gaan
staan.
2.12 Correcte positie in de rolstoel
Enkele aanbevelingen om comfortabel van Uw rolstoel gebruik te maken:
Plaats Uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
Zorg dat Uw bovenbenen horizontaal zijn – Stel eventueel de lengte van de
voetsteunen bij (zie § 3.6).
2.13 Rijden met de rolstoel
L
WAARSCHUWING:
L
WAARSCHUWING:
doorgangen wilt passeren(bijv. deuren).
L
WAARSCHUWING:
in extreem warme of koude omgevingen (zon, extreme koude, sauna's, enz.) voor
een bepaalde tijd en bij het aanraken - de oppervlakken kunnen de
omgevingstemperatuur aannemen.
Verstel de hoogte van de handgrepen als
volgt (bereik 120 mm: traploos):
1. Draai de sterknop
2. Verplaats de handgrepen tot de
3. Draai de sterknop
4. Controleer dat de handgrepen goed zijn
1. Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de stoel,
zetel of bed van/naar waar U zich wilt
verplaatsen.
2. Zorg dat beide remmen van de rolstoel aan
staan.
3. Vouw de voetplaten naar boven zodat U er niet
op gaat staan.
4. Indien U zich langs de zijkant in of uit de rolstoel
wilt verplaatsen, klap dan de armsteun aan die
zijde omhoog (zie § 2.7) en kantel de
remhendel naar beneden.
5. Verplaats U van of naar de rolstoel.
Kans op knellen – Houd Uw vingers niet tussen de spaken.
Risico op klemmen - Wees voorzichtig als U langs beperkte
Gevaar voor brandwonden– Wees voorzichtig bij het rijden
Pagina 12
een beetje los.
gewenste hoogte.
terug handvast
aan.
vastgemaakt.
V300DL
2016-03