Opmerkingen over het gebruik van de camera
Functies ingebouwd in deze camera
• Deze handleiding beschrijft 1080 60i-compatibele apparaten en de 1080 50i-
compatibele apparaten.
Om te controleren of uw camera een 1080 60i-compatibel apparaat of een 1080
50i-compatibel apparaat is, controleert u of de volgende merktekens op de
onderkant van de camera staan.
Apparaat compatibel met 1080 60i: 60i
Apparaat compatibel met 1080 50i: 50i
• De camera is compatibel met bewegende beelden van het formaat 1080 60p of
50p. Anders dan bij standaardopnamefuncties tot nu toe, die opnemen volgens de
geïnterlinieerde methode, neemt deze camera op volgens de progressieve
methode. Dit verhoogt de resolutie en geeft een vloeiender, realistischer beeld.
Gebruik en onderhoud
Het apparaat mag niet onvoorzichtig worden behandeld, uit elkaar worden gehaald,
worden gewijzigd of aan fysieke schokken worden blootgesteld, zoals ertegen slaan,
laten vallen of erop staan. Wees met name voorzichtig met de lens.
Opmerkingen over opnemen/weergeven
• Voordat u begint met opnemen maakt u een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt.
• Deze camera is niet stofdicht, niet spatwaterdicht en niet waterdicht.
• Kijk niet in de zon of een sterke lichtbron door een lens die u van de camera hebt
gehaald. Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. Of het kan
een storing van de lens veroorzaken.
• Als er condens op de camera is gevormd, verwijdert u dit voordat u de camera
gebruikt.
• Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten. Hierdoor kan een storing
ontstaan en kan het onmogelijk worden beelden op te nemen. Bovendien kan het
opnamemedium onbruikbaar worden en kunnen de beeldgegevens beschadigd
raken.
Bewaar/gebruik de camera niet op de volgende plaatsen
• Op een buitengewone hete, koude of vochtige plaats
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto kan de camerabehuizing door de
hitte vervormd raken, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of vervormd raken, waardoor een storing kan
optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan schudden of trillingen
• In de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd, straling
wordt uitgestraald of een sterk magneetveld heerst.
NL
Op deze plaatsen kan de camera de beelden niet goed opnemen of weergeven.
30