WAGNER PROSPRAY 3.39 CONNECT Instrucciones De Uso página 42

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

HANTERING VAN DE HOGEDRUKSLANG / ONDERBREKING VAN DE WERKZAAMHEDEN
trekker wordt overgehaald en losgelaten. Overlap elke
werkslag voor ongeveer 30%. Dit zorgt voor een effen
coating.
C
10 - 25 cm
Bij zeer scherpe randzones en strepen in de
i
spuitstraal moet de spuitdruk worden verhoogd,
of het materiaal worden verdund.
6
HANTERING VAN DE
HOGEDRUKSLANG
Het apparaat is met een speciaal voor
i
zuigerpompen
uitgerust.
Gevaar voor verwonding door lekke
hogedrukslang. Vervang een beschadigde
hogedrukslang onmiddellijk.
Probeer een defecte hogedrukslang nooit zelf te
repareren!
De hogedrukslang moet zorgvuldig worden behandeld.
Vermijd scherpe bochten en knikken. De kleinste buigstraal
mag ongeveer 20 cm bedragen.
Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen
scherpe voorwerpen en kanten.
Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te bewegen.
Let erop dat de hogedrukslang niet verdraaid wordt. Dit
kan verhinderd worden door een Wagner-spuitpistool met
draaigeleiding en een slangtrommel te gebruiken.
Bij gebruik van de hogedrukslang bij werkzaam-
i
heden op een steiger blijkt dat dit het beste gaat,
wanneer de slang steeds langs de buitenzijde
van de steiger wordt geleid.
Bij oude hogedrukslangen stijgt het risico op
i
beschadigingen. Wagner raadt aan, de hogedruk-
slang na 6 jaar te vervangen.
42
10 - 25 cm
geschikte
hogedrukslang
Gebruik uitsluitend originele hogedrukslangen
i
van Wagner voor een goede en veilige werking
en een lange levensduur.
7
ONDERBREKING VAN DE
WERKZAAMHEDEN
1. Ontlastingsventiel openen, ventielstand PRIME (
circulatie).
2. Apparaat uitschakelen OFF (UIT).
3. Drukregelknop in de gele zone op minimale druk draaien.
4. Trekker van het spuitpistool overhalen, om de druk van de
hogedrukslang en het spuitpistool af te laten.
5. Spuitpistool borgen, zie gebruikshandleiding van het
spuitpistool.
6. Voor het reinigen van een standaard spuitkop, zie pagina
61, punt 12.2.
Wanneer een ander type spuitkop is gemonteerd, volg
dan de betreffende gebruikshandleiding.
7. Anzuigslang en retourslang in het bedekkingsmateriaal
laten zitten of in een geschikt reinigingsmiddel dompelen.
Bij
het
gebruik
tweecomponentenmateriaal moet het apparaat
binnen de verwerkingstijd met een geschikt
Let op
reinigingsmiddel worden doorgespoeld.
8
REINIGING VAN HET APPARAAT
(BUITEN WERKING STELLEN)
Schoon werken is een absolute vereiste voor
i
een storingsvrije werking. Reinig het apparaat
na beëindiging van de werkzaamheden. Resten
bedekkingsmateriaal mogen in het apparaat in
geen geval droog worden en vast gaan koeken.
Het gebruikte reinigingsmiddel (alleen met een
i
vlampunt boven 21 °C) moet geschikt zijn voor
het bedekkingsmateriaal.
Borg het spuitpistool, zie
i
gebruiksaanwijzing van het spuitpistool.
Reinig en demonteer de spuitdop.
In het geval van een standaard spuitdop, zie
pagina 61, punt 12.2.
Ga, wanneer een andere spuitdopuitvoering
gemonteerd is, te werk volgens de
betreffende gebruikshandleiding.
PS 3.39
van
sneldrogend
-
of
loading