Als de concentratie op één of meerdere transmitters een
alarmdrempel overschrijdt:
De alarmen A1, A2 en A3 zijn niet
zelfhoudend
en
kunnen
niet
worden bevestigd!
De bedrijfsaanduiding (1) op het
centrale apparaat en op de
betreffende transmitter knippert
met het overeenkomende alarm,
zie tabel "alarmstatussen".
Alarmstatussen (standaard fabrieksinstelling)
Alarm
Installatie
rood
spanningsvrij
geen
groen
A1
rood
A2
rood
A3
rood
A4
rood
Dräger VarioGard
1
ESC
VarioGard
Bedrijfsaanduiding
Aanduiding op het centrale apparaat bijv.:
Als meerdere transmitters zich tegelijker-
tijd in de alarmstatus bevinden, worden
achtereenvolgens alle transmitters afwis-
selend met de alarmstatus op het display
weergegeven.
De alarmrelais zijn in overeenstemming met het betreffende alarm
geschakeld, zie tabel "alarmstatussen".
AANWIJZING
i
i
Relais zijn ontworpen als wisselcontacten. De normale
toestand komt overeen met de geselecteerde bedrading in de
status "geen alarm".
akoestisch
Relais 1
Relais 2
alarm
nee
gesloten
gesloten
nee
open
nee
gesloten
nee
gesloten
gesloten
nee
gesloten
gesloten
ja
gesloten
gesloten
Transmitter
68 ppm NH3
Relais 3
Relais 4
gesloten
gesloten
open
open
open
open
open
open
open
open
knippert
open
knippert
gesloten
Configuratie
4
I A1
Relais 5
gesloten
open
open
open
open
open
93