9.8. Zaagtafel (7) op 90° afstellen (afb. 11+12)
• Bovenste zaagbandgeleiding (5) geheel naar bo-
ven brengen.
• Vaststelgreep voor zaagtafel (21) losmaken door
deze linksom te draaien.
• Hoek tussen de zaagband (22) en de zaagtafel (7)
aanbrengen. Hoek niet bij de levering inbegrepen.
• Zaagtafel (7), door te draaien zover kantelen, tot
de hoek ten opzichte van de zaagband (22) pre-
cies 90° bedraagt. Als de zaagtafel al op de schroef
(49) ligt en de 90° hoek kan niet worden ingesteld,
moer (50) losdraaien en schroef (49) door rechtsom
draaien verkorten.
• Vaststelgreep voor zaagtafel (21) losmaken door
deze rechtsom te draaien.
• Moer (50) eventueel loshalen.
• Schroef (49) zo ver verstellen, totdat de zaagtafel
aan de onderzijde wordt aangeraakt.
• Moer (50) weer aanhalen om de schroef (49) te be-
vestigen.
• Zo nodig de aanwijzer (51) van de gradenverdeling
(52) op 0° afstellen. (Afb. 11)
9.9. Welk zaagblad gebruiken
De in de bandzaag meegeleverde zaagband is be-
doeld voor universeel gebruik. De volgende criteria
moeten bij de keuze van de zaagband in acht worden
genomen:
• Met een smalle zaagband kunt u kleinere radii snij-
den dan met een brede.
• Een brede zaagband gebruikt men als men een
rechte snede wilt uitvoeren. Dit is vooral belang-
rijk bij het snijden van hout. De zaagband heeft de
tendens om de houtnerf te volgen en wijkt daardoor
licht af van de gewenste snijlijn.
• Fijngetande zaagbanden snijden gladder, maar ook
langzamer dan grote zaagbanden.
LET OP: Nooit verbogen of gescheurde zaagbanden
gebruiken!
9.10. Zaagband verwisselen (afb. 1a+1b+3+15)
• Zaagbandgeleiding (5) op ca. halve hoogte tussen
de zaagtafel (7) en het machineframe (16) instellen.
• Dekselvergrendelingen (10+13) loshalen en zijdek-
sel (11) openen.
• Verwijder de geleiderail voor parallelaanslag (26) in
de omgekeerde richting (zie 9.2)
• Zaagband (22) door het linksom draaien van de
spanschroef (1) ontspannen.
• Zaagband (22) van de zaagbandrollen (2+8) en door
de groef in de zaagtafel (7) verwijderen.
• De nieuwe zaagband (22) centraal op de beide
zaagbandrollen (2+8) plaatsen. De tanden van de
zaagbanden (22) moeten naar onderen in de rich-
ting van de zaagtafel gericht zijn (afb. 6).
• Zaagband (22) spannen (zie 9.4)
• Zijdeksel (11) weer sluiten.
• Monteer aansluitend weer de geleiderail voor paral-
lelaanslag (conform 9.2).
9.11. Tafelinlegstuk vervangen (afb. 14)
Bij slijtage of beschadiging moet het tafelinlegstuk (6)
worden vervangen, anders bestaat er een verhoogd
gevaar voor letsel.
• Het versleten tafelinlegstuk (6) naar boven uitne-
men.
• De montage van het nieuwe tafelinlegstuk gebeurt
in omgekeerde volgorde.
9.12. Afzuigmof (afb. 1b)
De bandzaag is uitgerust met een afzuigmof (20)
100/40 mm voor spaanders.
Gebruik het apparaat alleen met een geschikte afzui-
ging. Controleer en reinig regelmatig de afzuigkana-
len.
9.13. Schuifstokhouder (afb. 13)
De schuifstokhouder (48) is voorgemonteerd op het
machineframe. Indien niet gebruikt, moet de schuif-
stok (27) altijd aan de schuifstokhouder worden op-
geborgen.
10. Operatie
LET OP:
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig zijn
gemonteerd!
10.1 Aan/uit-schakelaar (12) (afb. 16)
• Door op de groene toets „I" te drukken, kan de
zaagmachine worden ingeschakeld.
• Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode
knop „0" worden ingedrukt.
• De lintzaagmachine is voorzien van een onderspan-
ningsschakelaar. Bij stroomuitval moet de lintzaag-
machine opnieuw worden ingeschakeld.
www.scheppach.com
NL | 81