SFA ZPS 2.3 Manual De Funcionamento página 59

Ocultar thumbs Ver también para ZPS 2.3:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 35
OPMERKING: Aqua XL-drijvers aansluiten
Aqua XL vlotters hebben een 3-aderige aansluitkabel. Knip de blauwe draad door en sluit de andere 2 draden aan op de positie in de
bedieningskast (zie 4.2.1 Presentatie van de locaties).
4.3.2 Aansluiting van de interne druksensor
BELANGRIJK
Om mogelijke luchtlekken in de pneumatische niveaumeter te voorkomen, moet de dompelbuis aan het einde van het pompen volledig
uit het water worden gehaald. Kies hiervoor een geschikte vertragingstijd.
Een compressor (optioneel) kan worden gebruikt als er een grote afstand of een laag punt is tussen de dompelbuis en de regelkast. Voor
de aansluiting van de compressor, zie 4.3.3 Aansluiting compressor (optioneel).
4.3.3 Aansluiting compressor (optioneel)
De compressor blaast continu lucht in de blauwe slang, waardoor condensvorming, die het signaal verstoort, wordt voorkomen. Het
gebruik van een compressor is verplicht:
- wanneer de blauwe slang 15 m of langer is,
- of wanneer het hefstation is geïnstalleerd na een vetafscheider.
De elektrische aansluiting van de compressor is mogelijk via de bedieningskast (zie 4.2.1 Presentatie van de locaties) of door hem
rechtstreeks op het lichtnet aan te sluiten met behulp van de stekker.
Sluit de compressorslang aan op de blauwe slang met een T-connector. De T-connector moet minstens 15 cm onder de schakelkast worden
geplaatst.
Afstelling van de compressor: Dit gebeurt door aan de knop te draaien om voldoende doorstroming mogelijk te maken zonder het signaal
dat door de dompelbuis wordt uitgezonden te veranderen. Zie 5. Ingebruikneming.
OPMERKING
De met Sanicubic SC geleverde Control Box ZPS 2.3 is voorzien van een compressor die reeds is bevestigd en aangesloten op de
bedieningskast.
5. INGEBRUIKNEMING
1.
Controleer of de pompkabels, netvoeding, niveausensor(en), compressor (indien aanwezig) en eventueel aangesloten
signaalcontacten correct zijn aangesloten.
2. Als er een compressor aanwezig is, controleer dan of deze is uitgeschakeld.
3. Schakel de bedieningskast in op de netspanning.
4. Stel de parameters van de regelkast in (zie 6.2.1 Parameters instellen). Deze parameters mogen alleen door gekwalificeerd
personeel worden ingesteld.
Instelhulp: te gebruiken waarden voor de interne niveausensor van de opvoerinstallaties
Niveau AAN (N2): Menu "
inschakelpunt"
NIveau UIT (N1): Menu "
uitschakelpunt"
Niveau AAN 2e pomp (N3): Menu "hoogwater aan"
Niveau UIT 2e pompe (N1): Menu "hoogwater uit"
Als interne sensor wordt een drukautomaat 0 tot 10kPa (0 tot 1mWs, 0 tot 100mbar) gebruikt. De gebruikte
sensor is als drukverschil uitgevoerd, zodat luchtdrukwijzigingen geëlimineerd worden.
Sluit de blauwe 6/8 mm dompelslang aan op de fitting aan de onderzijde van het bedieningskastje.
GEBRUIK VAN DE INLAAT 250 MM
De pneumatische slang moet altijd een ononderbroken
positieve helling hebben van de dompelbuis naar het
bedieningskastje.
MELDING
Pneumatische
helling, lage punten.
Slang gekneld, gedraaid.
Verlengde slang.
Gevaar voor condensatie!
Gevaar voor verstoring van het detectiesignaal.
Ö Let op een continu positief afschot van de
dompelbuis naar de behuizing.
Gebruik bij het afstellen de parameter «Interne omvormer»>
"komen overeen" (zie 6.2.1 Parameters instellen) voor een
nauwkeurige kalibratie van het nulpunt.
SANICUBIC GR
GEBRUIK VAN DE BOVENSTE INLAAT
14 cm
3 cm
16 cm
3 cm
59
slang
met
neerwaartse
SANICUBIC GR
SANICUBIC SC
25 cm
3 cm
26 cm
3 cm
NL
35 cm
3 cm
37 cm
3 cm
loading