Gevaar voor een elektrische schok
• Open het product niet en gebruik het niet meer als het
beschadigd is.
• Gebruik het product niet indien de AC-adapter, de
adapterkabel of de voedingskabel is beschadigd.
• Probeer niet het product zelf te onderhouden of te
repareren. Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
door vakpersoneel uitvoeren.
Waarschuwing – batterijen
• Let er alt d op dat u de batter en met de polen in de juiste
richting plaatst (opschrift + en -). Indien de batter en
verkeerd worden geplaatst kunnen deze gaan lekken of zelfs
exploderen.
• Gebruik uitsluitend batter en die met het vermelde type
overeenstemmen. Bewaar de instructies voor de juiste
batter keuze in de gebruiksaanw zing van apparaten voor
toekomstig gebruik.
• Reinig vóór het plaatsen van de batter en de
batter contacten en de contacten in het product.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht batter en vervangen.
• Vervang alle batter en van een set tegel kert d.
• Gebruik geen oude en nieuwe batter en tegel kert d of
batter en van een verschillende soort of fabricaat.
• Verw der batter en uit producten die gedurende langere
t d niet worden gebruikt (behoudens indien deze voor een
noodgeval stand-by moeten bl ven).
• Sluit de batter niet kort.
• Laad de batter en niet op.
• Werp de batter en niet in vuur en verwarm ze niet.
• Batter en nooit openen, beschadigen, inslikken of in het
milieu terecht laten komen. Z kunnen giftige en zware
metalen bevatten die schadel k z n voor het milieu.
• Lege batter en direct uit het product verw deren en afvoeren.
• Verm d opslag, opladen en gebruik b extreme temperaturen
en extreem lage luchtdruk (b v. op grote hoogte).
• Zorg ervoor dat batter en met een beschadigde
behuizing niet in contact met water komen.
• Houd de batter en buiten het bereik van
kinderen.
4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen altijd eerst
in het meetstation, en dan pas in het basisstation worden
geplaatst.
4.1 Batterijen plaatsen/ stroomvoorziening
Meetstation
• Verwijder de beschermfolie van de display.
• Open het batterijvakje (C5) en verwijder de
contactonderbreker.
• Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
Basisstation
Waarschuwing
• Sluit het product alleen aan op een daarvoor geschikt en
intact stopcontact. Het stopcontact moet in de buurt van
het product zijn aangebracht en goed bereikbaar zijn.
• Het product met behulp van de aan/uit schakelaar van het
net scheiden – indien deze niet ter beschikking is, trek dan
de netstekker uit het stopcontact.
• Let er bij meervoudige stopcontacten resp.
tafelcontactdozen op dat de aangesloten verbruikers niet
het toegestane totale opgenomen vermogen overschrijden.
• Indien het product gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
• Verwijder de beschermfolie van de display.
• Sluit de voedingsadapter op het aansluitpunt (B10) op de
achterkant van het basisstation aan.
• Sluit de voedingskabel van het weerstation op een
deugdelijk geïnstalleerd stopcontact aan.
• Of open het batterijvakje (B12) en plaats twee AA-batterijen
met de polen in de juiste richting en sluit het batterijvakje
weer.
Aanwijzing
• Indien de batterijen correct zijn geplaatst en u de
voedingsadapter met het station verbindt, dan schakelt
het basisstation automatisch over op de externe
stroomvoorziening.
5. Montage
Aanwijzing
• Het bereik van de draadloze verbinding tussen het meet- en
basisstation bedraagt in het open veld max. 50 m.
• Let er vóór de montage op dat de draadloze verbinding
niet door storende signalen of obstakels zoals gebouwen,
bomen, voertuigen, hoogspanningskabels o.a. negatief
wordt beïnvloed.
• Vergewis u er vóór de de nitieve montage van dat er tussen
de gewenste plaatsen van opstelling voldoende ontvangst
c.q. een stabiele draadloze verbinding bestaat.
• Let er bij de montage van het meetstation op dat dit tegen
direct zonlicht en regen beschermd is gepositioneerd.
• De internationale standaardhoogte voor het meten van
de luchttemperatuur bedraagt 1,25 m (4 ft) boven het
maaiveld.
Waarschuwing
• Schaf speciaal resp. geschikt montagemateriaal bij de
vakspecialist aan voor de montage aan de daartoe bestemde
wand.
• Vergewis u ervan dat er geen defecte of beschadigde
onderdelen worden gemonteerd.
• Tijdens de montage nooit geweld of grote kracht gebruiken.
Dit kan het product beschadigen.
20