Wolf SEL-500 Instrucciones De Montaje Y Mantenimiento Para El Instalador página 115

Acumulador de acs vertical
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
3064940_201612
Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
De opstelling en de eerste inbedrijfstelling mag enkel een erkende installateur
uitvoeren. Na de montage dienen het leidingwerk en de boiler grondig te worden
gespoeld, aansluitend de boiler met water afvullen. De aftapkraan voor warm
water openen tot water naar buiten loopt en het overdrukventiel door ontluchting
controleren.
Voor de inbedrijfstelling de boiler in elk geval vullen en ontluchten! Controleer de
boiler en het systeem op dichtheid. Controleer de boiler en het systeem na de eerste
opwarming door de warmteopwekkers opnieuw op dichtheid.
De max. werkdruk van 10 bar mag niet worden overschreden! Een overschrijding van
Let op
de maximaal toelaatbare werkdruk kan tot lekkage en ernstige beschadigingen van
de boiler leiden!
De meegeleverde bedrijfshandleiding over de actieve anode in acht nemen!
Extra voor SE-2-750 met actieve anode:
Potentiostaat in een netaansluitdoos van 230 V steken. Functiecontrole: Indien de
LED groen brandt, dan is de onberispelijke werking gewaarborgd.
7.1
Inbedrijfstellingsprotocol
Nr.
Criterium
1
Opstellingsinstructies in acht nemen
2
Isolatie correct aanbrengen
KW-/WW-aansluitpunten vlak afdichtend
3
monteren. Niet gebruikte aansluitpunten
afsluiten.
Eventueel de voorraadboiler in de
4
equipotentiaalverbinding integreren (aarden).
Vóór het afvullen van de boiler het
5
leidingwerk conform DIN 1988 spoelen.
6
Boiler volledig afvullen.
Alle leidingen en aansluitpunten op dichtheid
7
controleren.
Alle warmwaterregelafsluiters ontluchten
8
totdat er water zonder luchtbellen uittreedt.
De goede werking van het overdrukventiel
9
controleren.
De goede werking van de terugslagklep
10
controleren.
Eventueel de goede werking van de actieve
11
anode controleren.
Warmteopwekker overeenkomstig de
12
desbetreffende bedieningshandleiding in
bedrijf stellen.
Eerste maal opwarmen tot het uitschakelen
13
door de boilertemperatuurregeling bewaken.
Eventueel de goede werking van de
14
circulatieleiding controleren.
Een afsluitende controle op dichtheid
uitvoeren.
15
Controleer of de max. bedrijfstemperatuur en
de max. werkdruk niet worden overschreden.
De exploitant/gebruiker instrueren over de
16
bediening en de werking van de installatie.
OK Opmerkingen
115
loading