Wolf SEL-500 Instrucciones De Montaje Y Mantenimiento Para El Instalador página 113

Acumulador de acs vertical
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
3064940_201612
Montage
− Aansluitpunten van de voorraadboiler, welke niet worden benodigd, dienen
vakkundig met blindstoppen te worden afgedicht. Dit geldt bijv. ook indien een
spiraal niet op een warmteopwekker of circuit is aangesloten.
De voorraadboiler dient zodanig te worden geïnstalleerd dat hij zonder demontage
kan worden afgetapt.
De betreffende componenten, welke voor de aansluiting worden gebruikt, dienen
voor de optredende temperaturen te zijn berekend, of de temperatuur moet via een
mengventiel worden begrensd! Bij gebruikswatertemperaturen hoger dan 60 °C dient
de temperatuur via een mengventiel op 60 °C te worden begrensd!
Heet water kan verwondingen, in het bijzonder vloeistofverbrandingen veroorzaken!
6.4
Overdrukventiel
In overeenstemming met NEN EN 12897 dient een waterverwarmer aan de
Let op
koudwateraanvoerzijde met een als component goedgekeurd membraan-
overdrukventiel te worden uitgevoerd. Bij de selectie en het ontwerp dienen de van
toepassing zijnde technische regels en voorschriften, NEN EN 1988-200 en NEN EN
12828 in het bijzonder, in acht te worden genomen.
− De nominale diameter van overdrukventielen voor gesloten
tapwaterverwarmingssystemen wordt volgens de hieronder afgebeelde tabel bepaald:
Het ontlastingsvermogen (uitblaasleiding) komt overeen met het te beveiligen totale
verwarmingsvermogen van alle aangesloten warmteopwekkers. Indien er een zonne-
installatie op de boiler is aangesloten, dan wordt voor het berekenen van het tapwater-
overdrukventiel voor iedere collector een warmtevermogen van 1,5 kW aangenomen.
Nom. volume in l
> 200
> 1000
− Overdrukventielen moeten in de koudwaterleiding worden ingebouwd.
− Tussen het aansluitpunt van het overdrukventiel en de tapwaterverwarming mogen zich
geen afsluiters, vernauwingen en filterzeven bevinden.
− De overdrukventielen dienen goed bereikbaar te zijn aangebracht en dienen zich in de
buurt van de tapwaterverwarming te bevinden.
− De aanvoerleiding naar het overdrukventiel dient ten minste in de nominale diameter
van het overdrukventiel te zijn uitgevoerd.
− Het overdrukventiel moet zo worden aangebracht dat de aansluitende ontlastingsleiding
op afschot kan worden geïnstalleerd. De ontlastingsleiding dient ten minste in de
afmeting van de overdrukventiel-uitlaatdwarsdoorsnede te worden uitgevoerd.
− Het is gunstig om het overdrukventiel qua hoogte boven de tapwaterverwarming aan te
brengen zodat het kan worden vervangen zonder dat de tapwaterverwarming hoeft te
worden afgetapt.
− In de buurt van de ontlastingsleiding van het overdrukventiel, bij voorkeur op het
overdrukventiel zelf, dient een waarschuwingsbord met de volgende tekst te worden
aangebracht: "Tijdens het verwarmen kan om veiligheidsredenen water uit de
ontlastingsleiding stromen! Niet sluiten!"
De overdrukventielen worden door de fabrikant met een vaste instelling geleverd. De
toegestane bedrijfsoverdruk van de waterverwarmer dient te worden beveiligd met
een overdrukventiel met dezelfde of een lagere nominale ingestelde openingsdruk.
De maximale druk in de drinkwaterleiding (koud) dient ten minste 20 % onder de
nominale ingestelde openingsdruk van het overdrukventiel te liggen. Indien de
maximale druk in de drinkwaterleiding (koud) daarboven ligt, dan moet er een
drukreduceerventiel worden ingebouwd.
Max. verwarmings-
vermogen in kW
≤ 200
75
≤ 1000
150
≤ 5000
250
Min. ventieldiameter DN
15 (R ½")
20 (R ¾")
25 (R 1")
113
loading