8.1.3
Digitale ingang configureren
Via de digitale ingang kan een selecteerbare functie worden aangestuurd.
Instelling is mogelijk met de bedieningselementen van de pomp. Menu kiezen:
Ext. MAX
De pomp schakelt om tussen normaal bedrijf en een dwangsturing met een maximum-gewenste waarde.
Contact gesloten: Pomp loopt met maximaal toerental.
Contact geopend: Pomp is actief in de ingestelde modus.
Ext. MIN
De pomp schakelt om tussen normaal bedrijf en een dwangsturing met een minimum-gewenste waarde.
Contact gesloten: Pomp draait met ingesteld verlaagd toerental (nachtverlaging).
Contact geopend: Pomp is actief in de ingestelde modus.
8.1.3.1 Instelling Ext. MIN set.
Hiermee kan de gewenste waarde worden ingesteld, als de functie Ext. MIN via de digitale ingang wordt ge-
activeerd. Menu kiezen:
8.1.4
Relais functie
Het wisselcontact-relais geeft de bedrijfstoestanden van de pomp door, afhankelijk van de ingestelde sig-
naalfunctie. Menu kiezen:
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Connect module BMS • Ed.02/2023-10
WCM BMS
Digital input
Not used (fabrieksinstelling)
De digitale ingang is niet actief en heeft geen invloed op de
werking van de pomp.
Ext. OFF
De pomp wordt in- en uitgeschakeld.
Contact gesloten: De pomp is actief in de ingestelde modus.
Contact geopend: De pomp is uitgeschakeld.
De functie pomp-kick is actief (zie hoofdstuk 6.4).
WCM BMS
Ext. MIN set.
Het minimumtoerental is afhankelijk van de pomp.
Mogelijkerwijs is het bereikbare minimumtoerental voor veel
toepassingen te laag. Via het externe minimumsetpoint kan het
toerental worden aangepast.
Weergave in procenten (%). De waarde schrijft een toerental
voor, waarbij een procentueel aandeel van de maximale opvoer-
hoogte bij nulvolumestroom wordt bereikt.
Mogelijke instelling: 5% ... 50% in stappen van 5%.
Fabrieksinstelling: 20%
WCM BMS
Relay function
nl
91