wordt op het LED-display weergegeven.
• Tijdens het werkingsproces kunt u de tijd- en temperatuurin-
stelling controleren of wijzigen door op de toets TEMP/TIJD te
drukken. Druk vervolgens op toets + of - om de temperatuur-
en tijdinstelling te verhogen of te verlagen.
Tijd instellen
• Druk tweemaal op de TEMP/TIJD-knop in de stand-bymo-
dus, dan knippert de timer op het display, de gebruiker kan
op toets + of - drukken om de bedrijfstijd te verlengen of te
verkorten. (Bereik: 00:30 ~ 24:00, interval is 30 minuten).
• De gebruiker moet op de AAN/UIT-knop drukken om de time-
rinstelling te bevestigen.
• Vervolgens start het apparaat en wordt de resterende tijd op
het LED-display weergegeven. De ventilator aan de achter-
kant van het apparaat begint te draaien.
WARM HOUDEN-modus
• Op het display verschijnt "KEEP WARM" als u op de knop
"KEEP WARM" drukt. De machine blijft na het uitdrogen nog
24 uur werken bij een temperatuur van 35 °C.
• Wanneer de afteltimer is afgelopen, verschijnt op het display
88:88 en wordt het verwarmingselement uitgeschakeld. De
ventilator blijft 10 seconden draaien en de machine piept 20
keer om de gebruiker eraan te herinneren. Na 20 pieptonen
gaat de machine terug naar de stand-bymodus.
Modus SNEL/RAW
• In de FAST-modus is de temperatuur 70°C en de timer 10 uur.
Op het display verschijnt "FAST".
• In de RAW-modus is de temperatuur 45 °C en de timer 24 uur.
Op het display verschijnt "RAW".
Schakel over naar de STANDBY-modus
• Als de gebruiker binnen 5 seconden na het instellen niet op de
AAN/UIT-knop heeft gedrukt, gaat de machine terug naar de
stand-bymodus. Alleen de knop TEMP/TIJD knippert blauw
en het LED-scherm wordt volledig weergegeven.
Tijdinstelling eindigt
• Wanneer de insteltijd aftelt tot 00:00, stoppen de verwar-
mingselementen eerst met werken. De koelventilator blijft
ongeveer 10 seconden draaien en 20 keer een "piep"-geluid
van de zoemer klinkt om de gebruiker eraan te herinneren
dat de werking is voltooid.
• Het apparaat staat in de STANDBY-modus.
• Haal de stekker uit het stopcontact en draag handschoenen
(niet meegeleverd) indien nodig om het voedsel eruit te halen.
Tips voor het gebruik
Richtlijnen voor voedselbereiding
• Omwille van een veilige en hygiënische conservering moet u
al het voedsel goed wassen voordat u het droogt.
• Verwerk alleen niet-vermalen voedsel, oneffenheden moeten
royaal worden verwijderd.
• Uitdrogingsresultaten zijn zelfs nog beter als het voedsel in
stukjes van ongeveer dezelfde grootte wordt gesneden.
• Om de droogtijd te verkorten, snijdt u het voedsel in dunnere
plakjes of stukjes.
• Het bereide voedsel moet in een continu proces worden uitge-
droogd. Onderbreek het dehydratieproces niet.
Geschatte uitdrogingstijd en specifieke richtlijnen voor voed-
selbereiding
• De tijd die nodig is voor uitdroging is sterk afhankelijk van het
soort voedsel dat moet worden gedroogd, het vochtgehalte,
de rijpheid, de dikte, de temperatuurinstelling en de vochtig-
heid van de binnenkamer.
• De droogtijd varieert afhankelijk van de volgende factoren:
- dikte van het voedsel
- aantal gebruikte trays
- hoeveelheid voedsel dat wordt gedroogd
- vocht of vochtigheid in uw omgeving
- uw voorkeuren voor drogen voor elk type gedroogd voedsel.
• Het wordt aanbevolen om:
- door de transparante klepdeur controleert u regelmatig
(bijv. elk uur) de voedselconditie om het proces te regelen.
Noteer de droogtijd voor toekomstig gebruik.
- Voorbehandeld voedsel heeft de beste droogresultaten
- bewaar het voedsel na het drogen om de kwaliteit en voe-
dingsstoffen te behouden.
- Werk altijd binnen de voedselbereidingsvoorschriften om
besmetting van schadelijke bacteriën in het gedroogde
voedsel te voorkomen.
Opslag van gedroogd voedsel
• Laat het gedroogde voedsel goed afkoelen voordat u het op-
bergt. Zorg er ook voor dat ze absoluut droog zijn. Dit is es-
sentieel voor een goede opslag.
• Om aantasting te voorkomen, moet worden voorkomen dat
gedroogd voedsel tijdens opslag vocht absorbeert. Daarom
moeten alle opbergblikken, glazen of plastic zakken lucht-
dicht worden verzegeld. Vacuümverpakking zou de juiste op-
slagmethode zijn.
• Gedroogd voedsel moet op een droge, koele en schone plaats
worden bewaard om een lange bewaartijd te garanderen.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een ge-
vaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Reinig de binnenkant van de container met een niet-schurend
reinigingsmiddel en spoel af met schoon water.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloeistoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
NL
15