RRF31-01
Ergonomische richtlijnen
Denk aan uw werkstation als u deze lijst met algemene ergonomische richtlij-
nen leest en bekijk of er verbeterpunten zijn als het gaat om uw houding, de
plaatsing van onderdelen of uw werkomgeving.
• Neem van tijd tot tijd een andere houding aan en pauzeer regelmatig.
• Pas uw werkplek aan op uw behoeften en op het project waaraan u werkt.
• Voorkom statische bewegingen. Zorg dat al uw benodigdheden goed be-
reikbaar zijn en bepaal de juiste positie voor onderdelen en gereedschap-
pen.
• Gebruik op uw werkplek tafels en stoelen die geschikt zijn voor het pro-
ject waar u aan werkt.
• Werk niet boven schouderniveau en werk niet constant in dezelfde houding.
• Als u toch boven het schouderniveau werkt, kunt u overbelasting van uw
spieren voorkomen door het gewicht van het gereedschap te ondersteu-
nen met bijvoorbeeld koppelsteunen, slanghaspels of stabilisatoren. U
kunt overbelasting van uw spieren voorkomen door het gereedschap
dicht bij het lichaam vast te houden.
• Pauzeer regelmatig.
• Draai uw armen of polsen niet in een extreme houding, met name wan-
neer u werkzaamheden uitvoert die enige kracht vergen.
• Beperkt de beweging van uw ogen en hoofd tijdens het uitvoeren van de
werkzaamheden door een goed gezichtsveld te creëren.
• Zorg voor goed licht tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
• Selecteer het juiste gereedschap voor de werkzaamheden.
• Gebruik oorbeschermers als u in een omgeving met veel lawaai werkt.
• Gebruik hoogwaardige inzetstukken of verbruiksartikelen om blootstelling
aan excessieve trillingen tot een minimum te beperken.
• Minimaliseer de blootstelling aan reactiekracht.
• Tijdens het snijden:
Een snijwiel kan vast komen te zitten als het wiel verbogen is of niet
goed geleid wordt. Gebruik de juiste flenzen voor de snijwielen en voor-
kom het verbuigen van het wiel gedurende het snijden.
• Tijdens het boren:
De boor kan stoppen als de boorkop door het materiaal gaat. Gebruik al-
tijd de ondersteuningshandgreep als het stilstandkoppel te hoog is. In
veiligheidsnorm ISO11148 deel 3 wordt aanbevolen een koppelreactie
boven 10 Nm te absorberen voor gereedschappen met pistoolhandgreep
en boven 4 Nm voor rechte gereedschappen.
• Als direct aangedreven schroef- of moeraanzetters worden gebruikt:
De reactiekracht is afhankelijk van de instellingen van het gereedschap
en de eigenschappen van de verbinding. De mogelijkheid om reactie-
kracht te weerstaan is afhankelijk van de kracht en het postuur van de
bediener. Pas de koppelinstelling aan op de kracht en het postuur van de
bediener en gebruik een koppelsteun of een reactiebalk als het koppel te
hoog is.
• Gebruik in een omgeving met veel stof stofafzuiging of een stofmasker.
NL
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9836 978200 00
Veiligheids- en bedienings-voorschriften
85