Gebruik geen spuitbussen in de buurt van het apparaat.
Dek de luchtinlaat en luchtuitlaat nooit af.
Gebruik het apparaat alleen in ruimten die groter zijn dan 7
2
m
.
Houd minimaal 50 cm afstand tot de wanden van de ruimte.
Als de condensaatafvoerslang is aangesloten op de condens-
aatafvoeropening, moet deze volgens de aanwijzingen ge-
monteerd zijn en niet vervormd of gebogen zijn.
Let erop dat er in de directe omgeving van het apparaat geen
stoffen, zoals gordijnen, hangen of liggen. Deze stoffen kun-
nen worden aangezogen en in het apparaat vast komen te
zitten.
Gebruik het apparaat niet op een ongelijke ondergrond of in
de buurt van een trap. Voorkom dat het apparaat tijdens het
gebruik kan kantelen (bijvoorbeeld door randen op de vloer).
Gebruik het apparaat niet in de directe omgeving van warm-
tebronnen zoals radiatoren, warmtereservoirs, ovens of ande-
re apparaten die warmte afgeven.
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, maakt u het
wateropvangreservoir leeg, reinigt u het apparaat zoals is be-
schreven bij "Reiniging" en trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
Gevaar voor de gezondheid! Drink het condensaat niet.
Zorg ervoor dat het apparaat stevig staat.
Controleer alle schroefverbindingen en stekkers regelmatig.
Draai losse schroeven aan en zorg dat stekkers stevig zijn aan-
gesloten.
Draag het apparaat niet terwijl het in gebruik is.
Plaats of leg geen voorwerpen op het apparaat.
Klim en zit niet op het apparaat.
Gebruik het apparaat niet in omgevingen waar gevaar voor
explosie bestaat. Hiertoe behoren bijvoorbeeld tankinstalla-
ties, opslagplaatsen voor brandstof en ruimtes waar oplos-
DE
FR
NL
ES
IT
109