8.2 Controle van de spanning van het zaagblad
WAARSCHUWING
Controleer de bladspanning regelmatig en ook na
het plaatsen van een zaagblad.
Span het zaagblad na montage door de spanschroef
(10) met de wijzers van de klok mee te draaien.
Mocht de bladspanning te laag of te hoog zijn, gaat u
als volgt te werk:
• Draai de spanschroef (10) rechtsom om de spanning
te verhogen en linksom om deze te verlagen. (afb. 16)
Het zaagblad moet, bij een juiste spanning, een zachte
toon geven bij het "aantikken", net als bij een snaar.
8.3 Montage/vervanging van de schuurband
8.3.1 Verwijderen van de schuurband (afb. 23-25)
1.
Voor het verwijderen van de schuurband neemt u
het tafelinzetstuk (24) van bovenaf weg.
2.
Haal eerst de spanning er af door de spanschroef
(10) tegen de wijzers van de klok in draaien. (afb.
16)
3.
Druk de draagarm (11) iets omlaag. (afb. 9)
4.
Verwijder de schuurband deze naar voren uit de
houders en door de opening in de tafel te trekken.
5.
Schuurband (d) uit de gereedschapsopname (27)
verwijderen
8.3.2 Plaats de schuurband in de houders
(afb. 23-25)
De schuurband moet in de richting van de gebruiker
wijzen zie (afb. 23-25)
1.
Voor schuurbanden gebruikt u het montageopper-
vlak (26).
2.
Plaats de gereedschapsopname (27) in het hier-
voor bestemde montageoppervlak uitsparingen in
de tafel (6).
3.
Schuif de schuurband in de opening van de ge-
reedschapsopname (27) en haal de twee kruis-
kopschroeven (27.3) goed aan. Let op dat de
schuurband gecentreerd wordt vastgeklemd (zie
afb. 23/24).
4.
Voer de schuurband met gemonteerde gereed-
schapsopname door de opening in de tafel.
5.
Druk de draagarm (11) van de zaag iets omlaag
(afb. 20, F) en fixeer het andere einde van de ge-
reedschapsopname in de bovenste houder.
6.
Span de schuurband (d) met de spanschroef (10)
door deze met de wijzers van de klok mee te draai-
en. (afb. 16)
7.
Plaats het tafelinzetstuk (24) weer terug. (zie 8.1.1)
8.4 Montage van de gereedschapsopname (afb. 23)
1.
Schroef de inbusbout (27.4) in het daarvoor
aanwezige boorgat van de gereedschapsopna-
me (27.1)
2.
Haal de werkwijze aan de tegenoverliggende
zijde.
3.
Plaats het bovenste gedeelte van de gereed-
schapsopname (27.2) op het onderste gedeelte
van de gereedschapsopname (27.1).
4.
Schroef de twee gedeeltes met de meegelever-
de schroeven (27.3) vast.
8.5 Fijninstelling van de hoekschaal (afb. 12)
LET OP
Controleer de instelling van de hoekschaal, voordat u
met het apparaat werkt.
1.
Gebruik voor het instellen van de zaagtafel een
90°-hoek (29) (niet bij de levering inbegrepen).
Leg deze op de zaagtafel en tegen het zaagblad
(afb. 12).
2.
Draai de stergreepschroef (13) los. De zaagtafel
(6) zover verstellen, tot de hoek tussen zaagblad
(20) en zaagtafel (6) 90° bedraagt.
3.
Draai de stergreepschroef (13) weer vast.
4.
Draai de schroef (30) los en draai de aanwijzer (31)
op de 0°-markering.
5.
Voer een testsnede uit. Controleer de hoek op het
werkstuk met een hoekmeter (niet bij de levering
inbegrepen). Stel eventueel de aanwijzer (31) af.
8.6 Montage van de zaagbladbescherming (afb. 6)
1.
Monteer de zaagbladbescherming (5) op de houder
(4). Steek de schroef (46) door het boorgat in de
houder (4) en draai deze met behulp van een kruis-
kopschroevendraaier en een schroevendraaier (niet
bij de levering inbegrepen) vast.
8.7 Instellen van het neerhouder (afb. 7)
AANWIJZING: De neerhouder (22) moet altijd overeen-
komstig de werkstukhoogte worden aangepast. Het werk-
stuk mag hierbij niet worden vastgeklemd, maar moet vrij
beweegbaar zijn. De neerhouder (22) dient als borging,
dat het werkstuk niet naar boven kan worden getrokken
en daarbij het zaagblad (20) vernield.
1.
Draai voor het instellen van het neerhouder (22) de
stergreepschroef (3) los.
2.
Stel de neerhouder (22) overeenkomstig de werk-
stukhoogte in.
3.
Draai de stergreepschroef (3) weer vast.
www.scheppach.com
NL | 83