MCS5, MCH10, MCS15
Bediening
7.3
Werkingsmodi
Uit-modus
Als het maritieme aircosysteem in de uit-modus staat zijn alle besturingsuit-
gangen uitgeschakeld. Programmaparameters en gebruikersinstellingen
worden opgeslagen in het vaste geheugen.
Aan-modus
Als het maritieme aircosysteem in de aan-modus staat, worden de betreffen-
de uitgangen van stroom voorzien en op het scherm verschijnt de actuele
werkingstoestand. De operationele en programmaparameters blijven gelijk
aan degene die zijn opgeslagen toen de eenheid voor het laatst in werking
was.
Koelmodus
Als de koelmodus is geselecteerd brandt de LED voor de koelmodus en de
koelsystemen werken zoals vereist. Als de temperatuur onder de instelwaar-
de valt, schakelt het systeem niet automatisch naar de verwarmingsmodus.
Verwarmingsmodus
Als de LED voor de verwarmingsmodus brandt, zijn alleen de verwarmings-
systemen geselecteerd en werken zoals vereist. Als de temperatuur boven
de instelwaarde valt, schakelt het systeem niet automatisch naar de koelmo-
dus.
Automatische modus
In de automatische modus wordt er zowel verwarmd en gekoeld als dat nodig
is. De LED voor verwarmen of koelen brandt volgens de modus die is vereist.
De temperatuur in een bepaalde modus wordt gehouden binnen 2 °F
(1,1 °C) van de instelwaarde. Er is echter een verschil van 4 °F (2,2 °C) no-
dig voor een modusverandering binnen het maritieme aircosysteem.
Nadat de modus is gewijzigd wordt de temperatuur binnen 2 °F (1,1 °C) van
de instelwaarde gehouden.
193
NL