3.2 I Onderhoud
• Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat is het noodzakelijk om
de stroomvoorziening te onderbreken vanwege risico's op elektrische schokken die kunnen
leiden tot materiële schade, ernstig letsel of de dood.
• Voordat u onderhouds- of reparatiewerken uitvoert, is het aan te raden om de Wi-Fi-verbinding
van de internetbox te deactiveren en zo te vermijden dat het apparaat op afstand kan worden
aangestuurd.
• Onderbreek de stroomvoorziening niet wanneer het apparaat in werking is.
• In geval van een stroomstoring moet u een minuut wachten voordat u de stroomvoorziening
herstelt.
• We bevelen een algemeen onderhoud van het apparaat aan ten minste eenmaal per jaar om
de werking van het apparaat te controleren, om de prestaties te handhaven en om mogelijke
storingen te voorkomen. Deze handelingen zijn ten laste van de gebruiker, en moeten worden
uitgevoerd door een technicus.
3.2.1 Veiligheidsinstructies voor apparaten die het koelmiddel R32 bevatten
Controle van de zone
• Bij werkzaamheden aan systemen met ontvlambare koelmiddelen zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om het risico
op vonkvorming te reduceren.
Werkprocedure
• De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens een vaste procedure om het risico op het vrijkomen van
ontvlambaar gas of damp bij de werkzaamheden te verminderen.
Algemene werkzone
• Alle onderhoudspersoneel en andere personen die werken in de directe omgeving moeten worden geïnformeerd
over de uit te voeren werkzaamheden. Werkzaamheden in besloten ruimtes moet worden vermeden.
Controle van de aanwezigheid van koelmiddel
• De zone moet vóór en tijdens de werkzaamheden met behulp een geschikte koelmiddeldetector worden gecontroleerd,
zodat de technicus geïnformeerd wordt over de mogelijk toxiciteit en ontvlambaarheid van de lucht. Verifieer dat de
gebruikte koelmiddeldetector geschikt is voor het gebruik met de betreffende koelmiddelen, d.w.z. dat deze geen
vonken kan veroorzaken, correct geïsoleerd en perfect veilig is.
Aanwezigheid van een brandblusser
• Als werkzaamheden bij hoge temperatuur op het koelapparaat of aanliggende onderdelen moeten worden uitgevoerd,
moet een geschikte brandblusser zich binnen handbereik bevinden. Plaats een poeder- of CO2-brandblusser in de
buurt van de werkzone.
Afwezigheid van een ontstekingsbron
• Er mag geen enkele vonkbron worden gebruikt bij werkzaamheden aan een koelsysteem waarbij diens leidingen
worden blootgelegd. Alle mogelijke bronnen van vonken, inclusief een sigaret, moeten zich op voldoende afstand
bevinden van de installatiezone, reparatie, verwijdering of eliminatie wanneer koelmiddel kan vrijkomen in de
omgeving. Voorafgaand aan de werkzaamheden moet de zone rond de apparatuur worden bekeken om te verzekeren
dat er geen brandgevaar of gevaar voor vonken aanwezig is. Bordjes met "Niet roken" moeten worden aangebracht.
Ventilatie van de zone
• U moet zorgen dat de zone voldoende open en verlucht is voordat u toegang heeft tot de installatie. Tijdens het
onderhoud van het apparaat moet een correcte verluchting worden aangehouden voor een veilige verspreiding van
accidenteel in de lucht vrijgekomen koelmiddel.
Controle van de koelapparatuur
• De aanbevelingen voor onderhoud en service van de fabrikant moeten altijd worden opgevolgd. Gebruik bij het
vervangen van elektrische componenten enkel componenten die van hetzelfde type en van de dezelfde kwaliteit zijn,
zoals aanbevolen / goedgekeurd door de fabrikant. Raadpleeg bij twijfel de technische service van de fabrikant voor
assistentie.
• De volgende controles moeten worden uitgevoerd op installaties die gebruik maken van ontvlambare koelmiddelen:
- bij gebruik van een indirect koelmiddelcircuit moet koelmiddel worden opgespoord op het secundaire circuit;
- de markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar blijven, alle niet-leesbare markeringen en
signaleringen moeten worden hersteld;
- de koelmiddelleidingen of -componenten moeten zodanig worden geïnstalleerd dat het onwaarschijnlijk is dat ze
worden blootgesteld aan substanties die koelmiddel bevattende componenten kunnen aantasten, behalve indien
deze componenten zijn gemaakt van materialen die normaal bestand zijn tegen corrosie of daartegen afdoende zijn
beschermd.
22