Össur MIAMI JTO THORACIC EXTENSION Instrucciones De Uso página 34

Ocultar thumbs Ver también para MIAMI JTO THORACIC EXTENSION:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
Hulpmiddel aanbrengen
Het apparaat moet over dunne kleding worden gedragen.
Zorg ervoor dat het juiste wervelkolomprotocol wordt gevolgd.
1. Verwijder de borstbeen-padding van de nekkraag (af b. 1) en de
kinsteun vanaf het voorpaneel van het apparaat (af b. 2) .
2. Knijp de nekkraag samen zodat de bevestigingspin voor de kinsteun
zichtbaar wordt. Bevestig de kinsteun. De verbinding aan de
bovenkant van de kinsteun schuift rond de bevestigingspin voor de
kinsteun en klikt op zijn plaats (af b. 3) .
3. Bevestig de voeten van de kinsteun in de laagste stand aan het
voorpaneel.
• De borstplaat van de nekkraag wordt bevestigd aan de klittenband
bovenaan het voorpaneel. Zorg ervoor dat de vulling van de kraag
zich achter de vulling van het voorpaneel bevindt (af b. 4) .
4. Breng het voorpaneel aan bij de patiënt (af b. 5) .
• Pas de hoogte van de kinsteun op het voorpaneel aan de anatomie
van de patiënt aan. Lijn de gaten van de bevestigingspin in de
kinsteun uit met de overeenkomstige gaten op het voorpaneel om
een symmetrische positionering te garanderen (af b. 6).
• Pas de hoogte van het voorpaneel aan door op de knop op de
voorplaat te drukken en de steun naar de hoogst mogelijke positie
te schuiven, deze moet boven de ribbenboog liggen (af b. 7).
5. Schuif het achterstuk van de kraag achter de nek van de patiënt en
centreer het, waarbij de pijl op het paneel naar boven wijst. Zorg
ervoor dat de vulling verder reikt dan de rand van het plastic.
Opmerking: Lang haar moet buiten het plastic worden gehouden.
6. Spreid de zijflappen van de voorzijde van de nekkraag en schuif deze
vanaf de borstkas naar boven tot onder de kin. De zijkanten van de
voorzijde moeten omhoog wijzen, vanaf de monnikskapspier rin de
richting van de oren (af b. 8).
7. Houd de voorzijde stevig vast en druk de zijkanten stevig tegen de
nek van de patiënt. Zet de klittenband vast met de voorkant van het
apparaat in de achterkant gestoken en zet de andere kant van het
apparaat op dezelfde manier vast (af b. 9A). Haal de klittenband aan
beide kanten aan tot het aan beide kanten even lang is. De
klittenbanden moeten aansluiten op de klittenbanden aan de
voorzijde. Een teveel aan klittenband mag worden afgeknipt.
8. Rol de patiënt op zijn/haar zij zonder de wervelkolom te buigen
(afb. 9B).
9. Plaats het achterpaneel door het over de wervelkolom te centreren,
met de bovenrand van het paneel ongeveer ter hoogte van T1/T2
(af b. 10A). Door de juiste plaatsing van het achterpaneel kan het
schouderblad vrij bewegen.
10. Draai de patiënt terug in rugligging zonder de wervelkolom te buigen
(af b. 10B).
11. Bevestig het voorpaneel aan het achterpaneel met behulp van de
taillegespen. Trek de taillebanden gelijkmatig aan om het voorpaneel
te centreren (af b. 11, 12A, 12B). Overtollig materiaal kan worden
bijgesneden.
12. Bevestig de schoudergespen en trek de schouderbanden gelijkmatig
aan (af b. 13). Overtollig materiaal kan worden bijgesneden.
13. Verstel alle banden waar nodig nogmaals. Wanneer de definitieve
pasvorm is bevestigd. Bevestig de bevestigingspinnen aan beide
zijden om de kinsteun aan het voorpaneel te bevestigen (af b. 14) .
34
loading