Uw portofoon aan- en uitzetten
Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de portofoon in
of uit te schakelen.
1. Als de portofoon is ingeschakeld klinkt er een
pieptoonen worden kort alle beschikbare
functiepictogrammen getoond.
2. Het scherm toont daarna het huidige kanaal, de
code en alle functies die zijn ingeschakeld.
Het volume instellen
Vanuit de stand-bymodus drukt u op
om het huidige niveau weer te geven.
Druk opnieuw op
volume aan te passen.
1. Druk op
om het luidsprekervolume te
verhogen.
2. Druk op
om het luidsprekervolume te verlagen.
Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor. Als het
volume is ingesteld op een onaangenaam niveau,
kunt u een gehoorbeschadiging oplopen. Verlaag
het volume tot '0' om het geluid te dempen.
Praten en luisteren
of
of
om het
Alle portofoons in uw groep moeten op hetzelfde kanaal
en op dezelfde subcode worden ingesteld om te kunnen
communiceren.
1. Houd de portofoon op 2 tot 3 cm van uw mond.
2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Het
pictogram Transmit verschijnt op het scherm.
3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende
oproepen ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt
het pictogram Receive op het scherm.
Voor maximale geluidshelderheid houdt u de portofoon 2
tot 3 centimeter van uw oor. Zorg dat de microfoon
onbedekt blijft als u spreekt.
Zendbereik
Uw portofoon is ontworpen voor optimale prestaties en
een verbeterd zendbereik. Zorg ervoor dat er een
afstand van ten minste 1,5 meter tussen de portofoons
zit wanneer u ze gebruikt.
Monitor-toets
Houd de toets
Scan/Monitor gedurende 3 seconden
ingedrukt om in de Monitor-modus te gaan en luister
naar zwakke signalen op het huidige kanaal. U kunt ook
luisteren naar het volumeniveau van de portofoon
wanneer u geen berichten ontvangt. Zo kunt u indien
nodig het volume aanpassen.
5