I
CHICCO
GRO-UP 123
G
. 123 (9-36
r
GEBRUIKSAANWIJZING
ZEER BELANGRIJK!
METEEN LEZEN
LET OP: VERWIJDER VOOR HET
GEBRUIK
EVENTUELE
ZAKKEN
EN
VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI
ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
GOOI ZE WEG IN OVEREENSTEMMING
MET DE GELDENDE WETTEN VOOR
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
WAARSCHUWINGEN
• Volg de instructies voor de montage en de installatie van
het artikel nauwgezet. Laat niemand het artikel gebruiken
zonder eerst de instructies te hebben gelezen.
• Bewaar
deze
handleiding
raadpleging.
• Ieder land heeft andere wetten en voorschriften
betreffende een veilig vervoer van kinderen in de auto.
Het is daarom aangeraden voor meer informatie contact
op te nemen met de plaatselijke autoriteiten.
• LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken
is de achterbank van het voertuig veiliger dan de
voorzetels: daarom wordt aangeraden het autostoeltje
op de achterbank te installeren. De veiligste zetel is de
middelste achterzetel, indien deze is uitgerust met een
driepuntsgordel.
• Het wordt aanbevolen alle inzittenden te informeren over
hoe het kind in geval van nood kan worden losgekoppeld.
• Als de autostoel op de voorzetel met ingeschakelde airbag
gezet is, wordt voor een grotere veiligheid aangeraden de
zetel zover mogelijk naar achteren te zetten, voor zover
de aanwezigheid van andere passagiers op de achterbank
dit toestaat.
• Kijk goed uit dat inklapbare of draaiende autozetels
stevig vastzitten, omdat deze bij een ongeluk een gevaar
kunnen inhouden.
• Let erop hoe het autostoeltje in de auto wordt
geïnstalleerd om te voorkomen dat een mobiele zetel of
het portier stoort.
• Bevestig het autostoeltje nooit op een autozetel uitgerust
met enkel een buikgordel (tweepuntsgordel).
• Geen enkel autostoeltje kan de absolute veiligheid van
het kind in geval van een ongeluk garanderen, maar het
gebruik van dit artikel vermindert het gevaar voor ernstig
)
kG
PLASTIC
ALLE
ANDERE
voor
eventuele
latere
letsel of de dood.
• Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en niet alleen
bij een ongeluk, maar ook in andere omstandigheden
(bijv. bij hard remmen, enz.) wordt groter als men zich
niet nauwgezet houdt aan de aanwijzingen die in deze
handleiding worden gegeven: controleer altijd dat het
autostoeltje correct aan de zitting is bevestigd.
• Indien de autostoel beschadigd, vervormd of ernstig
versleten mocht zijn, moet hij worden vervangen, omdat
hij de oorspronkelijke veiligheidskenmerken kan hebben
verloren.
• Wijzig niets aan het artikel en voeg er niets aan toe zonder
toestemming van de fabrikant.
• Breng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires,
reserveonderdelen of onderdelen aan.
• Laat het kind nooit en om geen enkele reden zonder
toezicht in het autostoeltje achter.
• Zet niets dat geen voor het artikel goedgekeurd accessoire
is tussen de autozetel en de autostoel, of tussen de
autostoel en het kind: in geval van een ongeluk kan het
dan gebeuren dat het autostoeltje niet goed functioneert.
• Als het voertuig in de zon heeft gestaan, controleert u
de autostoel zorgvuldig, voordat u het kind erin zet, door
na te gaan of de verschillende delen ervan niet heet zijn
geworden: in dit geval laat u ze eerst afkoelen voordat
u het kind er in legt, om te voorkomen dat het zich
verbrandt.
• Ook na een niet ernstig ongeluk kan het autostoeltje
schade opgelopen hebben, die echter niet altijd met
het blote oog zichtbaar is: het moet daarom worden
vervangen.
• Gebruik geen tweedehands autostoeltjes: deze kunnen
voor het blote oog onzichtbare structurele schade
hebben opgelopen, die zodanig is dat de veiligheid van
het artikel niet langer gewaarborgd wordt.
• De firma Artsana wijst elke vorm van aansprakelijkheid af
voor een oneigenlijk gebruik van het artikel.
• De hoes kan uitsluitend worden vervangen met een door
de fabrikant goedgekeurde hoes, omdat deze integraal
deel uitmaakt van de autostoel. Het autostoeltje mag
nooit zonder hoes worden gebruikt, om de veiligheid van
het kind niet op het spel te zetten.
• Controleer dat de band van de gordel niet verdraaid zit en
voorkom dat deze of een gedeelte van het autostoeltje
tussen de portieren komt of over scherpe punten wrijft.
• De autostoel mag niet meer worden gebruikt als de
gordel gescheurd of gerafeld is.
• Als het kind niet wordt vervoerd, moet het autostoeltje
vast blijven zitten of in de kofferbak worden gezet. Een
niet vastgezet autostoeltje kan in geval van een ongeluk
of bij hard remmen namelijk een gevaar inhouden voor
de passagiers.
• Controleer of er geen voorwerpen of bagage, in het
bijzonder op de hoedenplank, in het voertuig worden
vervoerd, die niet zijn vastgezet of veilig zijn geplaatst: in
geval van een ongeluk of bij hard remmen kunnen ze de
passagiers verwonden.
• Controleer of de hoofdsteun van de autozetel niet in
de weg zit van de hoofdsteun van de autostoel: hij mag
hem niet naar voren duwen. Als dit mocht gebeuren,
verwijdert u de hoofdsteun van de autozetel waarop de
autostoel wordt geïnstalleerd en zorgt u ervoor dat u hem
niet op de hoedenplank legt.
32
• V
e
v
b
• S
g
a
n
IN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10
1.
Fig
A.
B.
C.
D.
E.
F. G
G.
H.
I. V
J. V
K.
L. B
Fig
M.
N.
2.
• D
v
2
(o
• D
a
LE
me
BE
1.
2.