Nederlands
–
Het werkstuk spanningsvrij en vlak opleg
gen.
Tijdens het werk
–
Correcte werkpositie:
– vooraan aan de bedienerkant;
– recht tegenover de zaag;
– naast de zaagbladlijn.
–
Bij het werken het elektrisch gereedschap
altijd met de bedienende hand aan de
handgreep [1-4] vasthouden. De vrije hand
altijd buiten het gevarenbereik houden.
–
Voorkom oververhitting van de snijkanten
van het zaagblad door de snelheid aan te
passen en zorg er bij het zagen van kunst
stof voor dat dit niet smelt. Hoe harder het
te zagen materiaal, des te kleiner moet de
voedingssnelheid zijn.
–
Geleid de machine alleen in ingeschakelde
toestand tegen een werkstuk.
Controleer of de pendelbeschermkap vrij kan
bewegen
WAARSCHUWING! De pendelbeschermkap
moet altijd vrij kunnen bewegen en zelfstandig
kunnen sluiten.
► Accupack verwijderen.
► Pendelbeschermkap met de hand pakken
en als proef in het zaagaggregaat schuiven.
Pendelbeschermkap moet gemakkelijk te
bewegen zijn en bijna geheel in de pendel
kap kunnen zakken.
Reiniging van het zaagblad
► De ruimte om de pendelbeschermkap altijd
schoonhouden.
► Stof en spanen met behulp van perslucht uit
de beschermkap blazen of verwijderen met
een kwast.
9.2
Akoestische waarschuwingssignalen
Bij de volgende bedrijfsomstandigheden klinkt
een akoestisch waarschuwingssignaal en wordt
de machine uitgeschakeld:
peep ― ―
► Accu vervangen
► Machine minder belasten
92
Accu leeg of machine
overbelast:
9.3
Werkstuk spannen [10]
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Eigenschappen van het werkstuk in acht
nemen.
Goede bevestiging - Werkstukken tegen aan
slagliniaal leggen. Geen werkstukken bewerken
die niet goed kunnen worden vastgezet.
Grootte - Geen te kleine werkstukken bewer
ken. Afgesneden reststuk mag om veiligheids
redenen niet kleiner dan 30 mm lang zijn. Klei
ne werkstukken kunnen door het zaagblad naar
achteren in de spleet tussen zaagblad en aan
slagliniaal getrokken worden.
Correct ondersteunen - Maximale werkstukaf
metingen in acht nemen. Verlengingen van de
werkstuksteun altijd gebruiken en bevestigen.
In het werkstuk kunnen anders interne span
ningen optreden die tot plotselinge vervormin
gen kunnen leiden. Aanwijzingen voor werkstu
kafmetingen in acht nemen (zie hoofdstuk 9.4).
Ga bij het inspannen als volgt te werk
► Zaagaggregaat tot de aanslag naar beneden
drukken.
► Hendel voor transportvergrendeling [10-1]
omslaan.
► Zaagaggregaat langzaam omhoog laten ko
men.
► Werkstuk vlak tegen de aanslagliniaal
[10-3] aanleggen.
► Werkstuk met schroefklem [10-2] bevesti
gen.
► Controleren of werkstuk stevig vastzit.
9.4
Werkstukafmetingen in acht nemen
Maximale werkstukafmetingen zonder
uitbreiding door toebehoren
Verstek-/hellings
hoek volgens
schaal
0°/0°
45°/0°
0°/45° rechts
0°/45° links
45°/45° rechts
45°/45° links
hoogte x breedte x lengte
60 x 305 x 720 mm
60 x 215 x 720 mm
20 x 305 x 720 mm
40 x 305 x 720 mm
20 x 215 x 720 mm
40 x 215 x 720 mm