NL
4. Schroef de oliepeilstok (07/2) uit de vulope-
ning en veeg deze schoon.
5. Draai de aftapplug (07/3) uit de motor.
6. Laat alle olie uitstromen in de opvangbak.
7. Schroef de aftapplug weer in de motor. Con-
troleer of de afdichting correct geplaatst is.
Draai de aftapplug stevig vast.
8. Giet de verse olie door de opening voor de
peilstok in de motor. Gebruik hiervoor een
trechter (niet inbegrepen in de leveringsom-
vang van de motor).
Opmerking: De maximale oliehoeveelheid in
de motor bedraagt 1,2 liter.
9. Steek de oliepeilstok tot aan de aanslag in de
motor en trek deze dan weer naar buiten.
Controleer of het oliepeil de MAX-markering
(07/4) bereikt.
10. Steek de oliepeilstok weer in de motor en
schroef deze stevig vast.
11. Veeg eventueel gemorste olie weg.
7.3
Motor en geluiddemper reinigen (08)
LET OP!
Brandgevaar door
vreemde voorwerpen
Brandbare vreemde voor-
werpen op de motor kun-
nen tijdens bedrijf vlam
vatten en de gazontrekker
in brand zetten.
■
Verwijder brandbare
vreemde voorwerpen
(bijv. gras, bladeren,
vet) van de motor, voor-
al in de gebieden rond-
om de uitlaat en de cilin-
der.
■
Controleer en reinig de
gebieden rond de uitlaat
en de cilinder regelma-
tig.
48
All manuals and user guides at all-guides.com
1. Laat de motor afkoelen voordat u met het rei-
nigen begint.
2. Verwijder met regelmaat het vuil van de mo-
tor met behulp van een poetsdoek of borstel.
Let op! De motor niet afspuiten met water.
Binnendringend water (ontstekingsinstallatie,
carburateur...) kan tot storingen leiden.
3. Verwijder alle afvalstoffen en vuilresten van
de geluiddemper en de beschermkap hier-
van, met behulp van perslucht.
4. Het koelsysteem reinigen:
■
Verwijder verstoppingen uit de openingen
voor koellucht (08/1).
■
Om oververhitting te voorkomen eventu-
eel ook de binnenste koelribben en op-
pervlakken reinigen.
5. Wis kunststofdelen af met een vochtige
spons (08/2) met reinigingsmiddel.
7.4
Luchtfilter reinigen (09)
1. Reinig het gebied rondom het filterdeksel.
2. Draai de beide knoppen (09/2) van het filter-
deksel (09/1) los.
3. Verwijder het filterdeksel.
4. Verwijder het filterelement (09/3, 09/4).
5. Neem het schuimrubberen voorfilter (09/4)
los van de patroon (09/3).
6. Sluit de aanzuigopening van de motor af met
een doek (09/5).
7. Klop de patroon (09/3) leeg op een stevig op-
pervlak en blaas deze van binnen naar buiten
schoon met perslucht, om stof en vuil te ver-
wijderen. Let op: Voor de reiniging van de
patroon mogen geen water, benzine, reini-
gingsmiddelen of soortgelijke middelen wor-
den gebruikt.
8. Was het schuimrubberen voorfilter (09/4) met
water en een reinigingsmiddel en laat deze in
de buitenlucht drogen. Let op: Het schuim-
rubberen voorfilter mag NIET in olie worden
gedompeld.
9. Reinig de binnenkant van het filterdeksel
(09/1). Let er hierbij op, dat de aanzuigope-
ning is afgesloten met een doek (09/5), om te
voorkomen dat vuil in de motor kan belan-
den.
10. Verwijder de doek.
11. Trek het schuimrubberen voorfilter over de
patroon.
12. Vervang het filterelement en monteer het fil-
terdeksel weer.
Onderhoud en verzorging
PRO 350 | PRO 450