nl
Motor in een goed geventileerde ruimte, uit
de buurt van open vuur en hittebronnen ops-
laan
Bij opslag de volgende omgevingen mijden:
In de buurt van open vuur
In de buurt van hittebronnen
In de buurt van werkende elektromoto-
ren
In de buurt van werkende elektrische ge-
reedschappen
Bij motoren die langer dab 30 dagen wor-
den opgeslagen, de brandstof aftappen of be-
schermen met een brandstofstabilisator, om-
dat anders afzettingen in het brandstofsys-
teem kunnen ontstaan
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
De ontstekingskabel aftrekken en verwijderd
houden van de bougie (1-5).
Carburateurinstellingen
ADVICE
Carburateurinstellingen mogen alleen
door geautoriseerde vakwerkplaatsen of
onze servicedienst worden uitgevoerd.
Controle van de ontstekingsvonk
WAARSCHUWING!
Vonken kunnen brand of stroomstoten
veroorzaken.
Gebruik een geschikte vonktester
Ontstekingsvonken nooit met een uitge-
bouwde bougie controleren
REPARATIE
ADVICE
Reparaties mogen alleen door geauto-
riseerde vakwerkplaatsen of onze ser-
vicedienst worden uitgevoerd.
Gebruik alleen originele AL-KO reserveon-
derdelen
22
ONDERHOUD EN VERZORGING
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden de bougiedop lostrekken!
Het apparaat niet met water afspuiten! Het
binnendringen van water (ontsteking, carbu-
rateur...) kan tot storingen leiden.
Het apparaat na elke gebruik reinigen
Onderhoudsschema opvolgen
De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse in-
tervallen opvolgen, afhankelijk van welke het
eerst komt.
Bij het gebruik onder extreme omstandighe-
den is vaker onderhoud noodzakelijk.
Luchtfilter vervangen (5)
Het luchtfilter regelmatig reinigen. Beschadigde
luchtfilter vervangen.
1. Luchtfilterdeksel (D) demonteren. De sluit-
klemmen (E) indrukken en het deksel verwij-
deren.
2. Filter (F) en buitenfilter (G) eraf halen en op
een hard oppervlak uitkloppen totdat het vuil
is verwijderd. Niet afborstelen! Filter en bui-
tenfilter weer monteren.
3. Luchtfilterdeksel (D) weer terugplaatsen en
afsluiten.
Olie verversen (6)
Controleer regelmatig het oliepeil
Het oliepeil elke 8 bedrijfsuren of dagelijks voor
het starten van de motor controleren (zie aanbe-
velingen m.b.t. de olie).
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar door weg-
lekkende brandstof!
Voor het aftappen van de olie moet de
brandstoftank leeggemaakt zijn.
ADVICE
De oude olie bij warme motor aftappen.
Warme olie kan snel en volledig worden
afgetapt.
1. Om de brandstoftank leeg te maken de mo-
tor laten draaien tot hij door brandstofgebrek
afslaat.
2. Trek de bougiedop los (6-1).
Opslag
PRO 140 OHV / 160 OHV