voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin
het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de
gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. De overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker
tegen trillingen vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen, warmhouden van
handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en trillingsinformatie (gemeten volgens EN 60745‑2‑6):
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau
Onzekerheid voor het genoemde geluidsdrukniveau
Triaxiale trillingswaarden (trillingsvectorsom)
nl
Boren in metaal, a
h, HD
Boorhameren in beton, a
Onzekerheid (K)
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
Gereedschapopname
Veiligheidsklasse volgens EN
5 Veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 5.1 bevatten de
algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereed-
schap die volgens de van toepassing zijnde normen in de
handleiding moeten worden vermeld. Ze kunnen dus aan-
wijzingen bevatten die voor dit apparaat niet van belang
zijn.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
76
All manuals and user guides at all-guides.com
h, HD
100 dB (A)
89 dB (A)
3 dB (A)
4,5 m/s²
11 m/s²
1,5 m/s²
TE‑C CLICK
Veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd)
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-