Hologic MyoSure LITE Instrucciones De Uso página 26

Sistema de extracción de tejidos histeroscópico
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 60
NEDERLANDS
LET OP: De flexibele aandrijfkabel NIET in scherpe bochten met
een radius van minder dan 20 cm (8 inch) buigen. Een scherp
gebogen of geknikte aandrijfkabel kan ertoe leiden dat de
regeleenheid oververhit raakt en stopt. Tijdens een procedure moet
een minimumafstand van 1,5 m (5 feet) worden bewaard tussen
de regeleenheid en het weefselverwijderingsinstrument, zodat
de aandrijfkabel in een ruime boog kan hangen, zonder bochten,
kronkels of knikken.
5. De niet-steriele persoon sluit de vacuümslang van het
weefselverwijderingsinstrument aan op de desbetreffende connector
op het weefselfilter van de opvangcontainer, zoals te zien op
afbeelding 4.
AFBEELDING 4. SLUIT DE VACUÜMSLANG AAN OP DE
OPVANGCONTAINER
Bediening
1. Zet de aan-/uitschakelaar op AAN ( ).
2. Het voetpedaal schakelt het weefselverwijderingsinstrument in. Het
voetpedaal schakelt de motor AAN en UIT. Als het voetpedaal wordt
ingedrukt, komt het weefselverwijderingsinstrument op snelheid tot het
draait op de ingestelde snelheid. Het instrument blijft draaien tot het
voetpedaal wordt losgelaten.
3. Druk het voetpedaal in en observeer de werking van het
weefselverwijderingsinstrument om te controleren of de motor draait
en het snijvenster gesloten is, zoals te zien in afbeelding 5.
AFBEELDING 5. GESLOTEN SNIJVENSTER VAN HET
WEEFSELVERWIJDERINGSINSTRUMENT LINKS
WAARSCHUWING: Periodieke irrigatie van de tip van het weefselver-
wijderingsinstrument wordt aanbevolen om adequaat te koelen en
ophoping van geëxcideerd materiaal op de operatieplek te verhinderen.
4. Breng het weefselverwijderingsinstrument in door het rechte 3mm-
werkkanaal van een hysteroscoop.
5. Positioneer het snijvenster aan de zijkant van het
weefselverwijderingsinstrument onder direct hysteroscopische
visualisatie tegen de beoogde pathologische locatie.
LET OP: Overmatige druk op het weefselverwijderingsinstrument
verbetert het snijvermogen niet en kan in extreme gevallen leiden tot
slijtage, slechter functioneren en vastlopen van het snijgedeelte.
6. Druk het voetpedaal in om het snijblad van het weefselverwijderings-
instrument te activeren.
7. De heen-en-weergaande beweging van het
weefselverwijderingsinstrument opent en sluit het snijvenster voor de
vacuümflow, waardoor weefsel het snijvenster wordt binnengezogen.
8. Het snijden vindt plaats wanneer het snijvlak van het
weefselverwijderingsinstrument roteert en langs het snijvenster van
het weefselverwijderingsinstrument beweegt.
LET OP: Als het lijkt alsof het snijblad tijdens een procedure
niet meer draait, controleer dan of alle aansluitingen van het
weefselverwijderingsinstrument en de regeleenheid (zowel
mechanische als elektrische) goed aangesloten zijn en de
aandrijfkabel niet gekronkeld is.
OPMERKING: Als het systeem om ongeacht welke reden wordt
uitgeschakeld, wacht dan ten minste 15 seconden voordat u het weer
inschakelt.
Opslag
Het weefselverwijderingsinstrument moet bij kamertemperatuur worden
opgeslagen, vrij van vocht en directe hitte. Niet gebruiken na de uiterste
gebruiksdatum.
Steriliteit
Het weefselverwijderingsinstrument is gesteriliseerd met ethyleenoxide.
NIET HERSTERILISEREN. NIET OPNIEUW GEBRUIKEN. Niet gebruiken als
de verpakking geopend of beschadigd is Gooi alle geopende, ongebruikte
instrumenten weg.
Afvoeren
Ontkoppel het weefselverwijderingsinstrument van de regeleenheid. Werp
het weefselverwijderingsinstrument en de verpakking ervan weg volgens
de richtlijnen en procedures voor biologisch gevaarlijke materialen en
scherpe objecten van uw instelling.
LET OP: Het weefselverwijderingsinstrument bevat elektronische
printplaten. Aan het einde van de gebruiksperiode van de apparatuur
moet deze worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende
landelijke wetgeving of het beleid van de inrichting ten aanzien van
afgedankte elektronische apparatuur.
Problemen oplossen
Het MyoSure weefselverwijderingssysteem is zeer eenvoudig te bedienen.
De regeleenheid wordt met de schakelaar aan de voorkant ingeschakeld.
Controleer het volgende als de eenheid niet werkt:
1. De stekker zit in het stopcontact.
2. Het stopcontact heeft spanning.
3. Het netsnoer is aangesloten op de achterkant van de regeleenheid.
4. Het voetpedaal is op de voorkant aangesloten.
5. Er is vacuümdruk beschikbaar.
6. De vacuümslang is aangesloten.
Als overmatige kracht wordt uitgeoefend op het weefselverwijderings-
instrument of het wordt sterk verbogen, wordt de regeleenheid
uitgeschakeld om het systeem te beschermen. In dat geval zet u de
4
loading