Meerdere Schijnwerpers Synchroon Besturen (Master-Slavemodus); Autonoom Bedrijf; Gebruik Met Een Dmx-Regelaar - IMG STAGELINE PARC-64/CTW Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para PARC-64/CTW:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 20
Voor het uitlijnen van de schijnwerper draait u
de twee bevestigingsschroeven (1) van de monta-
gebeugels los . Stel de gewenste hellingshoek van
de schijnwerper in en draai de schroeven weer vast .
2 . De schijnwerper kan ook vrij worden opgesteld:
Spreid de montagebeugels onder de schijnwerper
zodanig dat ze als steunen dienen . Haal de beves-
tigingsschroeven daarna aan .
4.2 Afschermplaat
Om de lichtbundel te versmallen, kunt u de af-
schermplaat PARC-64B (toebehoren) gebruiken .
Schuif de plaat in de buitenste rails vooraan op de
schijnwerper en bevestig met de klem (5), zodat ze
er niet uit valt . Als bijkomende bevestiging draait u
de vier meegeleverde schroeven in de draadgaten
van de plaathouder .
4.3 Inschakelen
OPGELET
Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron
gedurende lange tijd, omdat dit de
ogen kan beschadigen .
Weet dat stroboscoopeffecten en zeer
snelle lichtwisselingen bij fotosensi-
bele mensen en epileptici epileptische
aanvallen kunnen veroorzaken!
Plug de stekker van het netsnoer (8) in een stopcon-
tact (230 V/ 50 Hz) . De schijnwerper is hiermee inge-
schakeld . Op het display (3) verschijnt het laatst ge-
selecteerde menupunt dat na 30 seconden verdwijnt .
Zodra u op een van de bedieningstoetsen (7) drukt,
wordt het opnieuw 30 seconden lang weergegeven .
5 Bediening
De bedrijfsmodus en de verschillende functies selec-
teren gebeurt via een menu met de toetsen MENU,
ENTER, UP en DOWN (7) . De figuur 2 op de pagina 2
toont hoe de modussen en functies via het menu
geselecteerd en op het display (3) weergegeven
worden .

5.1 Autonoom bedrijf

Voor het autonome bedrijf kunt u met de bedie-
ningstoetsen (7) de helderheid voor koud wit en voor
warm wit instellen, de stroboscoopfunctie inschake-
len en de flitsfrequentie instellen .
1) Druk enkele keren op de toets MENU tot op het
display
2) Druk op de toets ENTER . Op het display verschijnt
nu ,
of
= helderheid koud wit (0 – 255)
= helderheid warm wit (0 – 255)
= flitsfrequentie (0 – 20 Hz) van de stroboscoop
18
verschijnt .
en een getal .
3) Selecteer met de toets ENTER een voor een de drie
instelfuncties en stel met de toets UP of DOWN
telkens de helderheid of de flitsfrequentie in .
De kleurtemperatuur van de lichtbundel is het
resultaat van de helderheidsverhouding van koud
en warm wit .
Belangrijk: Vóór uitschakelen van de schijnwerper
verlaat u het menu-item voor de helderheid of flits-
frequentie niet met de toets MENU . Anders blijft de
schijnwerper donker na opnieuw inschakelen .
5.2 Meerdere schijnwerpers synchroon
besturen (master-slavemodus)
U kunt meerdere PARC-64 / CTW aaneensluiten . De
instellingen voor helderheid en flitsfrequentie op het
centrale apparaat (Master) worden dan automatisch
op de nevenapparaten (Slave) overgedragen .
1) Verbind de schijnwerpers via de DMX-aanslui-
tingen met elkaar in een ketting . Zie hiervoor
hoofdstuk 5 .3 .1 "DMX-aansluiting", maar zonder
bedieningsstap 1 in acht te nemen .
2) Stel het centrale apparaat in op de mastermodus
en alle nevenapparaten op de slavemodus:
a) Druk enkele keren op de toets MENU tot op
het display
b) Druk op de toets ENTER en selecteer met de
toets UP of DOWN:
= mastermodus voor het centrale ap-
paraat
= slavemodus voor de nevenapparaten
3) Stel op het centrale apparaat de gewenste helder-
heid en flitsfrequentie in .

5.3 Gebruik met een DMX-regelaar

Voor de bediening via een DMX-lichtregelaar (bv .
DMX-1440 of DMX-510USB van IMG STAGELINE)
beschikt de schijnwerper over vier DMX-besturings-
kanalen . DMX is de afkorting van Digital Multiplex,
en staat voor digitale besturing van meerdere appara-
ten via één gemeenschappelijke besturingsleiding . De
functies van de kanalen en de DMX-waarden vindt
u terug in het hoofdstuk 5 .3 .3 .
5.3.1 DMX-aansluiting
Voor het aansluiten van het DMX-apparaat zijn er
3-polige XLR-connectoren met volgende penconfi-
guratie beschikbaar:
pen 1 = massa, 2 = DMX − , 3 = DMX+
Voor het aansluiten moeten speciale kabels voor de
DMX-signaaloverdracht gebruikt worden (bv . kabels
van de CDMXN-serie van IMG STAGELINE) . Bij kabel-
lengten vanaf 150 m wordt in principe aanbevolen
om een DMX-ophaalversterker tussen te schakelen
(b .v . SR-103DMX) .
verschijnt .
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

38.6920

Tabla de contenido