Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 51
OPMERKING:
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING:
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterijen
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterijen de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn.
Dit is een tijdelijk verschijnsel; de normale oplaadtijd
kan hersteld worden door de batterij 2 à 3 maal bij
kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad de
batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding te
lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP
Wanneer de batterijlader onafgebroken wordt
gebruikt, zal deze warm worden, waardoor fouten
worden veroorzaakt. Nadat het laden is voltooid,
wacht u best 15 minuten tot de volgende lading.
Als de batterij wordt herladen wanneer ze warm is
door batterijgebruik of blootstelling aan zonlicht, kan
het controlelampje groen oplichten.
De batterij wordt niet herladen. Laat in dat geval de
batterij afkoelen voor het laden.
Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de
laatste dan op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten
aan de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.

VOOR HET GEBRUIK

1. Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving
Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle eisen
die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2. Kontroleren van de batterij
Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt.
Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de
accu eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3. Monteren van het schroefstuk
Volg altijd de onderstaande aanwijzingen bij het
monteren van het schroefstuk. (Afb. 5)
(1) Trek de geleide-ring van de voorkant van het
gereedschap vandaan.
(2) Steek het schroefstuk in de zeshoekige opening in
het draaistuk.
(3) Laat de geleide ring los, waarna deze naar de
oorspronkelijke positie terugkeert.
(4) Als u het schroefstuk wilt verwijderen, trekt u de
geleidering weg van de voorkant van het gereedschap.
LET OP
Als de geleide ring niet naar de oorspronkelijk positie
terugkeerd, is het schroefstuk niet op de juiste wijze
gemonteerd.
GEBRUIK
1. Controleer de draairichting
De boor draait rechtsom (van achteren gezien)
wanneer de R-kant van de drukknop ingedrukt wordt.
De L-kant van de drukknop dient te worden ingedrukt
om de boor linksom te laten draaien. (Zie Afb. 6) (De
L
en
R
markeringen zijn op de behuizing
aangebracht.)
2. Bediening van de hoofdschakelaar
De boor gaat draaien wanneer aan de trekker
getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt losgelaten
stopt de boor.
De draaisnelheid van de boor kunt u regelen door in
meer of mindere mate aan de trekschakelaar te
trekken. Wanneer u licht aan de trekschakelaar trekt,
is de snelheid laag en bij harder trekken wordt de
snelheid verhoogd.
OPMERKING:
Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt geen defekt aan.
3. De haak gebruiken
De haak wordt gebruikt om de machine aan uw
heupriem te hangen terwijl u werkt.
LET OP
Wanneer u de haak gebruikt, dient u erop te letten
dat de machine stevig bevestigd is zodat deze niet
per ongeluk valt.
Als de machine valt, kan dit een ongeval veroorzaken.
Wanneer u de machine draagt terwijl deze bevestigd
is aan uw heupriem, plaats dan geen uitrustingsstuk
in de kop van de machine. Als de machine is uitgerust
met een scherp uitrustingsstuk zoals een boor terwijl
u het aan uw heupriem draagt, veroorzaakt dat letsel.
Bevestig de haak stevig. Als de haak niet stevig is
bevestigd, kan dit letsel veroorzaken tijdens het gebruik.
(1) De haak verwijderen.
Verwijder de schroeven die de haak op zijn plaats
houden met een Philips schroevendraaier. (Afb. 7)
(2) De haak terug plaatsen en de schroeven vastdraaien.
Plaats de haak stevig in de groef van de machine en
draai de schroeven vast om de haak stevig te
bevestigen. (Afb. 8)
4. Over de indicator van de resterende acculading
Bij indrukken van de indicatorschakelaar voor de
resterende acculading gaat het rode indicatorlampje
branden en kan het resterende accuvermogen worden
gecontroleerd. (Afb. 9)
Nederlands
47
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Wh 18ddl

Tabla de contenido