De RB-reductor is een functioneel gedeelte van de apparatuur, die gevoed worden door gasflessen
welke kunnen worden gemonteerd op wagens of samen met een pakket gasflessen, maar het is niet
nodig dat de lucht wordt geleverd door een bron van middelmatige druk.
-
afsluitklep (4 wegenklep) (par. 3.3.8)
-
Back up system EN 137 (BU EN 137) (par. 4.1)
3.3
COMPONENTEN VAN HET SYSTEEM
3.3.1 WAGEN MET TWEE WIELEN (1)
De wagen is verkrijgbaar in twee verschillende afmetingen, afhankelijk van de inhoud en de afmetingen
van de gasflessen. De grootste dient voor een of twee gasflessen van 50 liter, de kleinste is geschikt
voor het transport van twee of vier gasflessen van 300 of 200 bar. De wagens zijn voorzien van een
haspel voor 50 meter slang van 8x17. Beide modellen hebben ook een aansluiting voor een tweede
bediener en het grootste heeft ook een opbergkastje.
3.3.2 GASFLESSEN (2)
Zie de algemene beschrijving en de technische gegevens van enkele modellen in ons
leveringsprogramma in par.5. Voor andere gasflessen dan die zijn aangegeven moet men controleren
dat ze overeenkomen met de van kracht zijnde normen in het land waar ze gebruikt worden, vul ze met
goede kwaliteit lucht volgens EN 12021.
Gebruik nooit gasflessen met een hogere druk dan de toelaatbare bedrijfsdruk van het gebruikte
apparaat.
3.3.3 DRUKREDUCTOR RB (3)
De behuizing van de reductor, gemaakt van vernikkeld aluminium, bevat de voorzieningen om een
constante druk van 5,5 bar te leveren, totdat de druk in de gasfles het alarmniveau bereikt.Zodra de
druk naar 55 +-5 bar daalt, zal een speciale voorziening de uitgangsdruk tot 8 bar laten stijgen, zodat
het alarm van de leveraar wordt geactiveerd. Het alarm gaat ook af in de voorziening bij de reductor.
De drukreductor is aangesloten op een of twee aansluitstukjes voor hoge druk, om op de gasflessen
aangesloten te kunnen worden. De aansluiting tussen de reductor en de gasflessen heeft
éénrichtingskleppen. De slangen zijn voorzien van standaard verbindingen UNI 4410 of EN 144
voor de aansluiting op de gasflessen, en met afvoerkleppen, die zonodig de vervanging van de
gasflessen mogelijk maken.
De reductor is gemonteerd op een metalen behuizing, waar de onder beschreven onderdelen in
zitten, en kan op een wagen, een hogedruknet of op een pak gasflessen gemonteerd worden.
De complete RB-eenheid bestaat uit de volgende onderdelen:
-
alarmsysteem op de wagen (21), die een onderbroken signaal geeft als de luchtreserve daalt naar
55+-5 bar, deze werkt gelijktijdig met het alarm van het masker.
-
Manometer voor hoge druk (22)
-
Manometer voor middendruk (23)
-
uitgang voor aansluiting op middendruk (24), die in het systeem met wagen de ademslang op de
haspel 8x17 (6) voedt. Als de RB-reductor niet op het wagensysteem wordt gebruikt dan zal deze
eerste uitgang een holle (female) snelkoppeling (25) hebben voor de directe aansluiting op de
ademslang
-
holle snelkoppeling (25) voor de aansluiting de tweede bediener op de ademslang.
3.3.4 SLANGEN VOOR MIDDENDRUK (6)
Middendrukslang voor veiligheidssnelkoppeling (11). Slangen met lengten 20 - 30 – 50 mt.
3.3.5 STEUNRIEM (8)
Steunriem van de aanvoerslang met speciale veiligheidshaak (7).
3.3.6 LEVERAAR MET ALARMVOORZIENING (4)
Deze bestaat uit een versterkte plastic behuizing en bevat zowel de doseervoorziening van de lucht als het
geluidsalarm voor als de lucht opraakt. De knop (17) zorgt dat men de toevoervoorziening kan blokkeren,
die bij de eerste inademing wordt geactiveerd. Wanneer de druk naar 55 +- 5 bar daalt dan zal de
middendruk plotseling naar 8 bar stijgen en daarmee het geluidsalarm activeren. Bij elke inademing zal
men een geluid produceren dat voortduurt totdat de luchtreserve op is. De positie van de alarmvoorziening
43