O O n n t t s s m m e e t t t t i i n n g g
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
• Controleer vóór gebruik altijd de reanimatieconnector. Vervang indien zichtbaar vervuild. Direct contact van de huid met
vervuild materiaal kan het infectierisico verhogen.
• Blaas het product altijd op en ontkoppel de pomp van het elektriciteitsnet voordat u het product reinigt of desinfecteert.
• Dompel het product niet onder in reinigings- of desinfectieoplossingen.
• Ontsmet het steunoppervlak altijd tussen twee patiënten door om het risico op kruisbesmetting en infectie te vermijden.
• Zorg dat u elk product na reiniging of desinfectie afneemt met schoon water en grondig droogt. Sommige reinigings- en
ontsmettingsmiddelen zijn corrosief van aard en kunnen bij verkeerd gebruik schade aan het product veroorzaken. Als u
het product niet afspoelt en afdroogt, kan een corrosieve afzetting achterblijven op het oppervlak van het product,
waardoor voortijdige aantasting van essentiële onderdelen kan ontstaan. Als u zich niet aan de reinigings- of
ontsmettingsinstructies houdt, kan uw garantie komen te vervallen.
• Laat geen vloeistofplasjes achter op het steunoppervlak. Vloeistoffen kunnen voortijdige aantasting van componenten
veroorzaken en leiden tot een onvoorspelbare veiligheid en werking van dit product.
L L E E T T O O P P
• Droog de steunoppervlakhoezen altijd volledig af voordat u ze opbergt, linnengoed aanbrengt of een patiënt op het
oppervlak legt.
• Stel het product niet overmatig bloot aan chemische middelen met een hogere concentratie, om het risico op aantasting
van het product te vermijden.
• Volg de fabrieksinstructies altijd op, nalatigheid kan gevolgen hebben voor de levensduur van het product.
Aanbevolen ontsmettingsmiddelen:
•
Quaternaire reinigingsmiddelen (werkzame stof – ammoniumchloride) die minder dan 3% glycolether bevatten
•
Fenoloplossing (Matar)
•
Oplossing van chloorhoudend bleekmiddel (6500 ppm)
•
Kaliumperoxosulfaat
•
Accelerated Hydrogen Peroxide
•
70% isopropanol
Voor het ontsmetten van de hoezen van het steunoppervlak tussen twee patiënten door voert u de volgende stappen in de
genoemde volgorde uit:
1. Blaas het steunoppervlak op met de pomp.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - Laat de slang aangesloten op het steunoppervlak om de lucht vast te houden.
3. Reinig de steunoppervlakhoezen en droog deze af voordat er ontsmettingsmiddelen worden aangebracht.
4. Breng een aanbevolen ontsmettende oplossing aan met een vochtige doek of voorgeweekte doekjes. Dompel het
steunoppervlak niet onder in vloeistof.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - Volg de instructies van de fabrikant van het ontsmettingsmiddel wat betreft de juiste contactduur en
vereiste afspoeling.
5. Spoel het product af met een schone, vochtige doek om overtollig ontsmettingsmiddel te verwijderen.
6. Droog het product af met een schone, droge doek om overtollig vocht of ontsmettingsmiddel te verwijderen.
7. Laat het product volledig drogen voordat u het opnieuw in gebruik neemt.
NL
16
2941-009-020 Rev AA.2