12
Onderhoud en verzorging
12.1 Algemene reiniging
•
Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte, vochtige doek
en een gangbaar afwasmiddel.
•
Leeg en reinig het lekbakje (afb. A, nr. 1) regelmatig, uiterlijk
wanneer de vlotter boven het kopjesplateau uitsteekt.
•
Reinig de residubak regelmatig.
Voorzichtig!
Gebruik geen schurende doekjes, sponsjes of reinigingsmiddelen om
–
beschadigingen aan het oppervlak van het apparaat te voorkomen.
Reinig het lekbakje niet in de vaatwasser, want anders kunnen er
–
vervormingen ontstaan.
Aanwijzing
De residubak (afb. A, nr. 1) is vaatwasserbestendig en kan in de vaatwasser
worden gereinigd. Bij frequente reiniging in de vaatwasser kunnen er lichte
kleurveranderingen aan de residubak ontstaan.
159