Technische gegevens
Art.
Beschermingsgraad (EN 60529)
Isolatiestofklasse
Koeltype
Markering
Afmetingen (l x b x h) in mm
Gewicht
Geluidsemissie dB(A)
Netaansluitwaarden
Netspanning
Netfrequentie
Positieve nettolerantie
Negatieve nettolerantie
Stroomkabel
Stekker
Stroomverbruik I
(100%/40 °C)
1
StroomverbruikI
(60%/40 °C)
1
Opgenomen stroom I
(max. stroom)
1
Netzekering
Arbeidsfactor I
2 max
Max. toegestane netimpedantie Z
conform IEC 61000-3-11/-12
Stroomverbruik S
(100%/40 °C)
1
Stroomverbruik S
(60%/40 °C)
1
Opgenomen vermogen S
1
Hoogste effectieve netstroom
Vermogensfactor λ bei l
Lassen
Lasbereik TIG
(I
- I
/ U
- U
2min
2max
2min
2max
Nullastspanning U
=U
O
S
Nullastspanning U
(VRD)
r
Lasbereik elektrode
(I
- I
/ U
- U
2min
2max
2min
2max
Nullastspanning max.
Vermogensinstelling
Karakteristiek
Lasstroom bij ID 100%
Lasstroom bij ID 60%
ID bij max. lasstroom
5952 000 160
IP 23 S
CE, S
337 x 130 x 211
5,1 kg
< 70
230/1∼ V
50-60 Hz
15%
40%
3 x 2,5 mm²
Randaarde
14,2 A
15,6 A
22,5 A
16 A
0,99 cos ϕ
321 mΩ
max
3,3 kVA
3,6 kVA
(max. stroom)
5,2 kVA
8,1 I
0,97
2max
15 - 160 A /
)
10,6 - 16,4 V
:
70-98 V/DC
13-15 V/DC
10 - 150 A /
)
20,4 - 26,0 V
< 113 V
traploos
dalend
110 A
120 A
30 %
Voor het in gebruik nemen
Verwijderbare greep bevestigen (afb. I)
▸
Greep [1] vastklikken op het lasapparaat.
Transport
F
▸
Trek voor het transport de stekker uit het stopcon-
F
tact.
▸
Het apparaat aan de greep dragen.
Opstellen
▸
Plaats het apparaat veilig op een horizontaal,
droog vlak. Zorg dat de ventilatiesleuven van de
koelribben altijd vrij zijn.
Beknopte instructies
▸
Netstekker in het stopcontact steken.
▸
Werkstukleiding en elektrodehouder aansluiten op
de aansluitbussen [3] en [4]
▸
Staafelektrode inspannen in de elektrodehouder.
▸
Installatie met hoofdschakelaar [6] inschakelen.
▸
Lasstroom met de draaiknop [10] instellen.
De installatie is klaar voor het lassen.
3
Aansluiten van de werkstuklei-
▸
Zorg bij het kiezen van de werkplek dat de werk-
/A
stukleiding en de massatang goed kunnen worden
1eff
bevestigd.
▸
De massatang moet goed geleidend op een blank
gedeelte van de lastafel, resp. het werkstuk zijn
bevestigd. De massatang moet zich in de directe
nabijheid van de laslocatie bevinden, zodat
de lasstroom niet zelf een terugweg zoekt via
machineonderdelen, kogellagers of elektrische
schakelingen.
Leg de massatang nooit op de lasinrichting,
resp. gasfles omdat anders de lasstroom via
de aardleider wordt geleid en deze dan kan
vernielen.
Sluit de massaklem stevig aan op de lastafel of
het werkstuk.
Let op
De polariteit volgens de gegevens van
de elektrodefabrikant aanhouden (zie
ook elektrodelassen).
ding (afb. III)
75