2-7. LEIDINGEN PLAATSEN EN INSTALLEREN
Leidingen plaatsen
• Leid de afvoerslang diagonaal onder de verbindingspijpen door.
• Let erop dat de afvoerslang niet omhoog loopt en dat de slang
geen golvingen vertoont.
• Trek niet aan de afvoerslang, en doe er vervolgens tape omheen.
• Leid de pijpen zo dat deze niet voorbij de achterkant van de bin-
nenunit uitsteken. (Zie de afbeelding rechts.)
Aanbrengen van de pijpen
• Breng de verbindingspijpen zo aan, dat de pijpen enigszins naar
voren, achteren, links en rechts kunnen bewegen.
• Isoleer de verbindingspijpen en plaats ze bij de achterzijde van de binnen-
unit, zodat ze geen contact met het voorpaneel maken.
• Let er bij het buigen op, dat de pijpen niet in elkaar worden gedrukt.
VOOR PIJPEN LINKS OF LINKSACHTER
Maak een bundel van de verbindingspijpen en de afvoerslang en wikkel
ze vervolgens in vilttape (11).
Maak aan de linker- en rechterzijde van de binnenunit een inkeping in
de onderste zijpanelen, zoals onderstaand weergegeven.
Maak de insnijdingen in de zijpanelen glad, zodat deze de isolatielaag
niet zullen beschadigen.
• Voor pijpen links of rechts
• Plaats de unit vlak tegen een wand met plinten
Wikkel de vilttape (11) strak rond de pijpen en de slang. Begin vanaf het
punt waar de pijpen en de slang de binnenunit verlaten. (De breedte van de
overlapping van de vilttape (11) mag niet meer dan 1/2 van de breedte van
de tape bedragen.)
2-8. AFVOERPIJPEN
• Als de verlengde afvoerslang door een ruimte heen gelegd wordt, omwikkel hem dan met in de handel verkrijgbaar isolatiemateriaal.
• De afvoerslang dient voor een goede afvoer omlaag gericht te zijn. (Afb. 1)
• Als de afvoerslang die met de binnenunit is meegeleverd, te kort is, verbind deze dan met afvoerslang (I) die bij de installateur verkrijgbaar is. (Afb. 2)
• Wanneer u de afvoerslang aansluit op de PVC-pijp, moet u de slang goed in de pijp plaatsen. (Afb. 3)
• Bij het aanleggen van de afvoerpijpen dient u afvoerslang (1) te laten lopen zoals weergegeven. (Afb. 4)
• Plaats de afvoerslang geheel in de basis van het afvoervat (eindverbinding). (Afb. 5)
Zorg dat de vergrendeling van de afvoerslang stevig vastzit aan het uitstekende deel van het slanghulpstuk van het afvoervat.
• Trek aan de afvoerslang nadat u deze hebt aangesloten op het afvoervat, om te controleren of de slang stevig vastzit.
Omlaag
gericht
Afb. 1
Leg de afvoervoorzieningen niet aan zoals hieronder is afgebeeld.
Slang gaat
omhoog
Waterlek-
Waterlek-
kage
kage
30
Afvoerslang
Afvoer-
slang
PVC-pijp, binnen-
70 cm of
diameter 30 mm
meer
Zachte
Goed
slang, bin-
plaatsen
nendiameter
15 mm
Verloopstuk
Afb. 2
Afb. 3
Verzameld
Uiteinde
afvoerwater
afvoerslang
Lucht
hangt in
water
Waterlek-
Golvend
Goot
kage
Drukken
Pijpen naar buiten
gebogen
LEIDINGEN RECHT NAAR
BENEDEN
Banden (5)
Let erop dat de afvoerslang
niet omhoog mag lopen.
Vilttape (11)
Afb. 4
Zorg ervoor dat de vergrendeling vastgehaakt is.
Opening
minimaal
50 mm
Afb. 5
Koelpijpen
Tape voor
de pijpen
Afvoerslang
OVERIGE LEIDINGEN
Pijpafdekkin-
gen (4)
Banden (5)
Verwijder de
afdekking.
Plinten
Snij de onderste delen van de zijpanelen
weg als uitsparingen voor de plinten.
Begin met het omwikkelen met tape (G)
op 10 mm binnen de binnenunit.
Maak het uiteinde van de vilttape (11)
met een bandstop vast.
De vergrendeling moet omhoog wijzen.
Afvoerslang
Trek aan de slang om te con-
troleren of deze stevig vastzit.
Uitstekend deel
* Dit uitstekende deel bevindt zich
achter het slanghulpstuk (gezien
vanaf de voorzijde van de unit).