Onderhoud en verzorging
Slijpen door de klantenservice
OPMERKING Onervaren gebruikers van
de kettingzaag wordt aanbevolen de zaagketting
te laten slijpen door een vakman die beschikt
over een werkplaats voor klantenservice.
Wanneer het slijpen in handen van een opgeleide
klantenservice gegeven wordt, kan dit met de
juiste gereedschappen uitgevoerd worden die
een minimale materiaalslijtage en gelijkmatig slij-
pen van alle tanden garanderen.
Zelf slijpen
VOORZICHTIG! Ongevalsrisico door
zaagketting! De scherpe randen van de zaag-
ketting kunnen ernstige snijwonden veroorzaken.
■
Draag bij het slijpen van de zaaglketting vei-
ligheidshandschoenen.
LET OP! Machineschade door ondeskundig
slijpen! Ongelijke zaagtanden veroorzaken een
onrustige kettingloop en kunnen zelfs zorgen
voor kettingbreuk! Na het slijpen moeten alle
zaagtanden even lang en breed zijn.
■
Slijp de zaagketting regelmatig!
De snijschakel (15/1) heeft een zaagtand (15/2)
en een dieptebegrenzer (15/3).
Gereedschao
Zelfstandig slijpen van de zaagketting is mogelijk
met behulp van speciale ronde vijlen, waarvan de
doorsnede is aangepast aan het afzonderlijke
kettingtype (zie Hoofdstuk 8.7 "Tabel kettingon-
derhoud", pagina 66). Het slijpen van de ketting
vergt enige handigheid en ervaring, om beschadi-
ging van de tanden te voorkomen.
Bij het slijpen uitsluitend geschikt gereedschap
gebruiken (in gespecialiseerde zaken verkrijg-
baar):
■
Kettingvijl (zie boven)
■
Vijlgeleider
■
Kettingmesmal
Te nemen maatregelen
1. De kettingzaag uitschakelen en van het elek-
triciteitsnet scheiden.
2. De kettingspanning controleren en eventueel
nastellen.
3. Geef de kettingrem vrij.
4. Zet het zaagblad met gemonteerde zaagket-
ting stevig vast in een geschikt bankschroef,
let er daarbij op, dat de ketting vrij kan bewe-
gen.
440105_f
5. De vijl met lichte druk en in verticale richting
vanaf de binnenkant naar de buitenkant over
de zaagtand halen. De vijlgeleider kan hel-
pen om de vijl in de juiste stand te blijven
houden. Twee of drie halen met de vijl zijn
voldoende.
6. Bij het slijpen moeten de hoeken een de
zaagtand en de hoogte van de dieptebegren-
zer t.o.v. de snijkant aangehouden worden.
Na het slijpen controleren of alle zaagtanden
van de ketting even lang en breed zijn.
Opmerking: Bij gebruik van het voorge-
schreven gereedschap volgens de juiste po-
sitie zullen de voorgeschreven hoekwaarden
automatisch worden aangehouden. De waar-
den kunnen met een kettingmeetkaliber wor-
den gecontroleerd.
7. Tot slot het voorste gedeelte van de diepte-
begrenzer iets rond maken.
8. Verwijder na het slijpen al het vijlsel en stof
en smeer de zaagketting in een oliebad.
Zaagketting plaatsen
De ketting moet vervangen worden wanneer:
■
De lengte van de tanden kleiner is dan 5 mm
(15/x);
■
Indien aanwezig: de markering op de tanden
van de zaagschakels is onderschreden;
■
De speling van de schakels op de kettingpon-
sen te groot is.
8.4
Reinigen binnenruimte kettingwiel
De kettingzaag na elke gebruik grondig reinigen.
1. Kettingzaag van het elektriciteitsnet scheiden
en op een stevige ondergrond neerleggen.
2. Schroef de afdekkap van het kettingwiel los.
3. De binnenruimte met een geschikt borsteltje
schoonmaken.
4. Neem de zaagketting af en verwijder het
zaagblad.
5. De zaagbladmoer en de olietoevoeropening
reinigen.
8.5
Zaagblad controleren, omkeren en
invetten (16, 17)
Zaagblad controleren
Het zaagblad regelmatig controleren op bescha-
diging. Verwijder eventueel uitstekende bramen
(16/1), d.w.z. Afvijlen onder een hoek van 45°
(16/2).
65