NL
4 MONTAGE
WAARSCHUWING! Gevaar voor zwaar
letsel. Door het gebruik van een kettingzaag
waarvan niet alle onderdelen zijn gemonteerd,
kan zwaar letsel worden veroorzaakt.
■
Gebruik de kettingzaag uitsluitend, wanneer
alle onderdelen zijn gemonteerd.
■
Voer voor elk gebruik een visuele controle
uit, om te controleren of de kettingzaag com-
pleet is, geen beschadigingen heeft of versle-
ten onderdelen bevat. De veiligheids- en be-
schermingsvoorzieningen moeten intact zijn.
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel. Bij
het monteren van de zaagketting, kunnen de
scherpe randen snijletsel veroorzaken.
■
Verwijder de accu voor het monteren van de
ketting.
■
Draag veiligheidshandschoenen bij de mon-
tage van de zaagketting en het zaagblad.
4.1
Zaagblad monteren (03 – 06)
EKS 2000/35 (03, 04)
1. De kettingzaag neerleggen op een stabiele
ondergrond.
2. Trek de kettingrembeugel (03/1) naar de beu-
gelgreep (03/a), om zo de kettingrem vrij te
geven.
3. Bevestigingsmoer (03/2) losdraaien.
4. Tandwielafdekking (03/3) verwijderen.
5. Kettingspanschroef (03/4) naar links draaien,
tot de aanslag. De spannerpal (03/5) bevindt
zich dan bij het uiteinde van de aanslag, naar
het kettingwiel (04/3) toe.
6. Zaagblad (04/1) op de geleiderbout (04/2)
plaatsen en zover naar het kettingwiel (04/3)
toe schuiven tot de spannerpal (03/5) in het
gat (04/4) van het zaagblad past.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 (05, 06)
1. Trek de kettingrembeugel (05/1) naar de beu-
gelgreep (05/a), om zo de kettingrem vrij te
geven.
2. Snelspanner (05/2) losmaken.
3. Tandwielafdekking (05/3) verwijderen.
4. De kettingspanschijf (06/1) op het losse
zaagblad (06/2) helemaal naar rechts draai-
en.
5. Zaagblad op de geleidepen (06/3) plaatsen.
58
6. De kettingspanschijf zo ver mogelijk naar
links draaien, zodat het zaagblad naar het
kettingwiel (06/4) toe wordt verschoven.
4.2
Zaagketting monteren (03 – 07)
EKS 2000/35
1. Leg de zaagketting om het kettingwiel (04/3)
en in de groef van het zaagblad (04/4) aan-
brengen.
Opmerking: Let op de draairichting van de
zaagketting! De snijkanten (04/5) van de
zaagtanden aan de bovenkant van het zaag-
blad moeten naar voren naar het uiteinde van
het zaagblad (04/6) wijzen.
2. Leid de zaagketting om het omkeerwiel op
het zaagblad. De zaagketting moet aan de
onderkant van het zaagblad iets doorhangen.
3. De kettingspanschroef (07/1) iets rechtsom
draaien tot de zaagketting aanligt tegen de
onderkant van het zaagblad.
Opmerking: Bij aandraaien van de ket-
tingspanschroef erop letten dat de spanner-
pal (03/5) niet uit de boring (04/4) in het
zaagblad glipt.
4. De tandwielafdekking (03/3) plaatsen en de
bevestigingsmoer (03/2) handvast aandraai-
en.
EKI 2200/40, EKS 2400/40
1. Leg de zaagketting om het kettingwiel (06/4)
en in de groef van het zaagblad (06/2) aan-
brengen.
Opmerking: Let op de draairichting van de
zaagketting! De snijkanten (06/5) van de
zaagtanden aan de bovenkant van het zaag-
blad moeten naar voren naar het het uiteinde
van het zaagblad (06/6) wijzen.
2. Leid de zaagketting om het omkeerwiel op
het zaagblad. De zaagketting moet aan de
onderkant van het zaagblad iets doorhangen.
3. De tandwielafdekking (05/3) plaatsen en de
snelspanvoorziening (05/2) handvast aan-
draaien.
4.3
Spannen van de zaagketting (03, 07,08)
OPMERKING De zaagketting is correct
gespannen wanneer deze:
■
aanligt tegen de onderkant van het zaagblad
en met de hand kan worden doorgetrokken.
■
in het midden van het zaagblad ongeveer 3 -
4 mm omhoog kan worden getild.
EKS 2000/35 | EKS 2400/40 | EKI 2200/40
Montage