Plaats de ketting (5) over het zwaard (4) en zorg ervoor
u
dat de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (4)
naar voren wijzen (fig. C).
Leid de ketting (5) om het zwaard (4) en trek deze aan
u
zodat aan de achterkant van het zwaard (4) een lus naar
één zijde ontstaat.
Leid de ketting (5) om het aandrijfkettingwiel (14), lijn het
u
gat in de bodem van het zwaard en het middelste gat van
de de kettingspanningswiel (16) uit met de moer (15) (fig.
D).
Opmerking: draai de kettingspanningswiel zo nodig om het
centrale gat uit te lijnen met de moer (15).
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de beschermkap/kettingrem
(3) zich in de instelstand (voorste stand) bevindt voordat u
deze opnieuw aanbrengt (fig. A).
Plaats de kettingbeschermer (6) op de kettingzaag.
u
Zorg dat het lipje (17) op de klepbeschermer op de juiste
u
manier in de sleuf (18) op de hoofdbehuizing valt (fig. E).
Draai de vergrendelingsknop voor de kettingafstelling (7)
u
naar rechts totdat deze goed vastzit.
Controleer de spanning - raadpleeg 'Kettingspanning
u
controleren en afstellen' hieronder.
Raadpleeg 'Kettingspanning verhogen' hieronder als de
u
kettingspanning te los is.
Kettingspanning controleren en afstellen (fig. F
invoegen)
Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de
kettingspanning te controleren.
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
u
Trek licht aan de ketting (5) (zie de inzet van fig. F). De
u
spanning is juist als de ketting (5) terugspringt nadat u
deze 3 mm van het zwaard (4) af hebt getrokken. De ket-
ting (5) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het
zwaard (4) (fig G).
Kettingspanning verhogen (fig. B)
Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
u
ketting (7) met een halve draai linksom los.
Draai het stelwiel voor de kettingspanning (8) rechtsom
u
totdat u een lichte weerstand voelt.
Controleer de spanning - raadpleeg 'Kettingspanning
u
controleren en afstellen'.
Als de spanning voldoende is, draait u de vergrendeling-
u
sknop (7) opnieuw vast. Als er meer spanning nodig is,
draait u aan het afstelwiel (8). Draai de vergrendeling-
sknop (7) opnieuw vast.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard
en de ketting.
Opmerking: Wanneer de ketting nieuw is, moet u de span-
ning tijdens de eerste twee gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien een
nieuwe ketting enigszins uitzet.
Gebruik van het apparaat
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Overbelast de machine niet.
Oliereservoir vullen (fig. H)
Verwijder de oliedop (12) en vul het reservoir met de
u
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (13). Plaats de oliedop (12) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
u
de oliepeilindicator (13). Neem de stekker van de ketting-
zaag uit het stopcontact en vul het reservoir met de juiste
olie bij zodra de indicator op minder dan een kwart staat.
De kettingzaag is uitgerust met een automatisch smeersys-
teen waarmee de kettingzaag en het kettingzwaard continu
gesmeerd blijven. Het is raadzaam om tijdens de levensduur
van uw kettingzaag alleen olie van BLACK+DECKER te ge-
bruiken. De reden hiervoor is dat mengsels van verschillende
oliën de kwaliteit van de olie kunnen verslechteren. Dit heeft
tot gevolg dat de zaagketting veel korter meegaat en er extra
veiligheidsrisico's ontstaan. Gebruik nooit afvalolie, dikke olie
of zeer dunne naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag
beschadigen. Gebruik alleen olie met de juiste oliekwaliteit-
sklasse (cat. nr. A6023-QZ).
De kettingzaag voorziet de ketting automatisch van olie
u
tijdens het gebruik.
Kettingrem afstellen (fig. A)
Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
u
aangesloten.
Trek de beschermkap/kettingrem (3) naar achter in de
u
instelstand (fig. A).
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
u
Inschakelen Opmerking:
U kunt de zaag pas inschakelen als de beschermkap/kettin-
grem weer in de instelpositie staat.
Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk
u
de ontgrendelingsknop (2) in en druk vervolgens op de
aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de
u
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart. Oefen
geen druk uit op het gereedschap en laat het werk over
aan de zaagketting. Het gereedschap werkt het effectiefst
en het veiligst op de snelheid waarvoor het is ontworpen.
Bij te veel kracht kan de zaagketting (5) uitrekken.
NEDERLANDS
53