Apparaatconfiguratie
C0
Temperatuureenheid instellen (°C of °F)
C1
Laagste temperatuur instellen
C2
Hoogste temperatuur instellen
C3
Laagste hoeveelheid lucht instellen
C4
Hoogste hoeveelheid lucht instellen
C5
Energiebesparingsmodus instellen
Informatie
Als u in de apparaatconfiguraties C1 tot
C4 een temperatuur of hoeveelheid lucht
hebt ingesteld, verschijnt het symbool
op het display, wanneer u een lagere of
hogere temperatuur of hoeveelheid lucht
in niveau 2 wilt instellen.
Apparaatconfiguratie C0 tot C4 instellen
▸
Druk de selectietoets "".
▸
Kies met de toets "-" of "+" de gewenste tempera-
tuureenheid, temperatuur of hoeveelheid lucht.
▸
Druk de selectietoets "".
De temperatuureenheid, temperatuur of hoeveel-
3
heid lucht is opgeslagen.
Apparaatconfiguratie C5 instellen
▸
Druk de selectietoets "".
▸
Kies met de toets "-" of "+":
0 = energiebesparingsmodus uit
1 = energiebesparingsmodus aan
▸
Druk de selectietoets "".
▸
Hebt u 1 (energiebesparingsmodus aan) ge-
kozen, verschijnt "d 5"
▸
Stel hier met de toets "-" of "+" de tijd in seconden
in, na welke het apparaat, wanneer het niet meer
wordt bewogen, automatisch naar de energiebe-
sparingsmodus wisselt.
De selectie is opgeslagen.
3
Apparaatconfiguratie resetten
▸
Zet de schakelaar [4] op niveau 0.
▸
Druk de toetsen "-" en ""+" gelijktijdig en zet ze,
terwijl u de toetsen gedrukt houdt, de schake-
laar [4] op niveau 1.
Op het display verschijnen alle symbolen gelijk-
3
tijdig.
De apparaatconfiguratie is gereset.
3
Geheugen 1 - 5
U kunt tot 5 instellingen (temperatuur en hoeveelheid
lucht) opslaan.
▸
Zet de schakelaar [4] op niveau 2.
▸
Druk de programmaknop"≡".
De "1" verschijnt op het display.
3
▸
Stel met de toetsen "-" en "+" de gewenste tempe-
ratuur in.
▸
Druk de selectietoets "".
De temperatuur is opgeslagen.
3
▸
Stel met de toetsen "-" en "+" de gewenste hoe-
veelheid lucht in.
▸
Bevestig met de selectietoets "".
De hoeveelheid lucht is opgeslagen.
3
▸
Druk de programmaknop "≡" langer dan 2 se-
conden.
De gewenste temperatuur en hoeveelheid lucht
3
wordt op geheugenruimte 1 opgeslagen.
Andere geheugenfuncties (2 tot 5) instellen
▸
Druk de programmaknop "≡", om bij de volgende
geheugenfunctie te komen.
▸
Ga voor het instellen van de temperatuur en
hoeveelheid lucht te werk zoals hierboven
beschreven.
Werkinstructies
Hittebescherming afnemen
VOORZICHTIG !
Verbrandingsgevaar
Bij werkzaamheden zonder hittebe-
Â
scherming bestaat verhoogd verbran-
dingsgevaar!
▸
Voor werkzaamheden in bijzonder krappe ruimtes
kunt u de hittebescherming [2] door draaien
afnemen.
▸
Voor het afnemen of opzetten van de hittebescher-
ming [2] schakelt u het apparaat uit en laat het
afkoelen.
Apparaat neerleggen
VOORZICHTIG !
Verbrandingsgevaar
U kunt zich aan het hete mondstuk of
Â
aan de luchtstroom verbranden.
Leg het apparaat op een vlakke,
¾
stabiele ondergrond en zorg ervoor,
dat het niet kan kantelen. Beveilig
de kabel buiten uw werkomgeving
zo, dat hij het apparaat niet kan
omgooien of meetrekken.
▸
Leg het apparaat op de aflegvlakken [3] neer, om
het te laten afkoelen of om beide handen vrij te
hebben voor het werken.
45