2) Voor een mengbeurt te starten, schuift u de
crossfader volledig naar boven of beneden
in een van de eindposities .
3) Druk op de toets HOLD (3) en stel in voor de
nieuwe scène (hoofdstuk 5 .7) .
4) Om te mengen, schuift u de crossfader naar
de andere eindpositie . Tijdens het mengen
knippert de LED onder de toets HOLD . Bij
het bereiken van de andere eindpositie is
de mengbeurt gedaan en gaat de LED uit .
6 Het scènegeheugen gebruiken
Om de kanaalwaarde-instellingen snel op te
roepen, kunnen 240 verlichtingsscènes worden
opgeslagen . Hiervoor zijn er 20 geheugenban-
ken voor telkens 12 scènes beschikbaar . Elke
scène heeft de waarden van alle besturings-
kanalen op het tijdstip van het opslaan .
6.1 De scènes opslaan
1) Stel alle kanaalwaarden in voor de gewenste
scène of roep de scène op, wanneer als basis
een reeds opgeslagen scène moet worden
gebruikt (hoofdstuk 6 .2) .
De instelling van de regelaar MASTER
LEVEL (15) wordt niet mee opgeslagen,
zodat u een opgeslagen scène steeds voor
de volledige omvang kunt dimmen . Opdat
geen foute indruk van de op te slagen scène
zou ontstaan, plaatst u deze regelaar hele-
maal naar boven in de maximumstand .
2) Selecteer de geheugenbank (de huidige
bank wordt bovenaan links op het display
weergegeven, bv .
Bk01
a) ofwel stapsgewijs met de cursortoetsen
en
(23) of
b) druk op de toets BANK /AUDIO (27) en voer
dan het tweecijferige nummer rechtstreeks
in met de cijfertoetsen (2); voor bank 4,
bijvoorbeeld, de toetsen 0 en 4 (het onder-
ste opschrift van de toetsen is nu geldig) .
3) Druk op de toets STORE / PRG (22): Op het
display verschijnt
Store Scene:
4) Indien nodig kunt u de instellingen van de
besturingskanalen nu nog wijzigen . Maar
om alle waarden snel te resetten kunt u hier
ook nog op de toets DELETE (24) drukken .
5) Druk op de cijfertoets (2), waaronder de
scène moet worden opgeslagen . Het bo-
venste opschrift 1 – 12 is hierbij geldig . De
melding
Store Scene: [?]
van het display .
Wilt u het opslaan echter afbreken,
druk dan op de toets STORE / PRG . Hierop
verdwijnt ook de melding
Store Scene: [?]
6) Herhaal de stappen 1) tot 5) om bijkomende
scènes op te slaan . In de tabel op pagina
56, of in een kopie ervan, kunt u alle scènes
invoeren .
Opmerkingen:
a Bij het opslaan van een scène worden allen de
waarden opgeslagen die met de schuifrege-
laars (14) en met de besturingshendel (18) zijn
ingesteld . Het gebruik van de toets FULL ON (28),
BLACKOUT (29) of van een flash-toets (12) heeft
geen invloed op het opslaan, ook wanneer de
DMX-apparaten overeenkomstig reageren .
b De scène 01 van de bank 01 wordt automatisch
uitgevoerd, telkens nadat u het apparaat inscha-
kelt . Daarom moet voor deze scène een geschikte
basisverlichting worden opgeslagen .
50
6.2 Opgeslagen scènes oproepen
1) Stel eerst de mengtijd (0 – 25,4 sec) in met
de regelaar C .F . TIME (7) of draai de regelaar
in de stand MAN, wanneer u met de cross-
fader (16) manueel moet mengen .
2) Selecteer de geheugenbank waarin de ge-
wenste scène moet worden bewaard (de
huidige bank wordt links bovenaan op het
display weergegeven, bv .
a) ofwel stapsgewijs met de cursortoetsen
b) druk op de toets BANK /AUDIO (27) en
voer dan het tweecijferige nummer recht-
streeks in met de cijfertoetsen (2); voor
bank 4, bijvoorbeeld, de toetsen 0 en 4
(het onderste opschrift van de toetsen is
nu geldig) .
3) Druk op de overeenkomstige cijfertoets (2)
om de scène op te roepen . Het bovenste
opschrift 1 – 12 is hierbij geldig . De bank- en
scènenummers van de beginscène (huidige
scène) en doelscène (opgeroepen scène)
wordt op het display weergegeven: bv .
01/06 Ɗ04/12
4) Indien met de regelaar C .F . TIME manueel
mengen werd ingesteld, dan licht kort na
het selecteren van de scènenummers de
LED HOLD / CROSSFADE op onder de toets
HOLD (3) . Om te mengen schuift u de cross-
fader (16) van de ene eindpositie naar de an-
dere . Hierbij knippert de LED HOLD / CROSS-
FADE .
mengtijd werd ingesteld, start de mengbeurt
na het selecteren van het scènenummer . In
):
de ingestelde mengtijd wordt van de vorige
naar de nieuwe scène gemengd . Intussen
knippert de LED HOLD / CROSSFADE en op
het display telt de resterende tijd af tot aan
de doelscène .
Opmerking: Alle besturingskanalen waarvoor
de functie Crossfade bij het configureren werd
uitgeschakeld (hoofdstuk 4 .4 .2) worden bij begin
van de mengbeurt onmiddellijk op de doelwaarde
.
[?]
ingesteld .
5) Na het bereiken van de doelscène wordt
alleen nog maar deze op het display als
huidige scène met bank- en scènenum-
mers (bv .
huidige scène veranderen met de schuifre-
gelaars (14) en de besturingshendel (18) .
Daarbij wordt het bank- en scènenummer
door een asterisk (
verdwijnt
toegekende waarden nu niet meer overeen-
stemmen met de opgeslagen scènewaarden .
Bij de volgende mengbeurt wordt als begin-
scène
van het display .
6) Een opgeroepen scène kunt u met de rege-
laar MASTER LEVEL (15) dimmen en met de
toets FULL ON (28), BLACKOUT (29) of een
van de flash-toetsen (12) beïnvloeden zoals
in de directe modus .
6.2.1 Tijdens het mengen afbreken
Indien de regelaar C .F . TIME niet in de stand
MAN staat, kunt u het huidige mengen onder-
breken .
1) Druk tijdens het mengen op de toets
HOLD (3) . De LED onder de toets licht op .
De waarden die op het moment van het
afbreken werden toegekend, worden vast-
gehouden en dienen als startscène voor de
volgende mengbeurt .
):
Bk13
en
(23) of
.
Indien met de regelaar C .F . TIME een
) weergegeven . U kunt de
04/12
) vervangen, omdat de
*
weergegeven .
01/00
2) Selecteer een nieuwe doelscène of selecteer
opnieuw de vorige doelscène, wanneer de
afgebroken mengbeurt moet worden voort-
gezet .
3) Om de mengbeurt te starten resp . voort te
zetten, drukt u opnieuw op de toets HOLD .
6.2.2 De daaropvolgende scène reserveren
Bij selectie van een volgende scène tijdens een
mengbeurt wordt die scène gereserveerd . Na
het mengen is de hold-modus geactiveerd en
licht de LED HOLD / CROSSFADE onder de toets
HOLD (3) op . Om naar de gemarkeerde scène te
mengen, drukt u op de toets HOLD; bij manueel
mengen schuift u de crossfader (16) naar de
andere eindpositie .
7 Scènesequenties
Uit de vroeger opgeslagen scènes kunt u tot
120 scènes in willekeurige volgorde samenstel-
len tot een scènesequentie en opslaan . U kunt
60 verschillende sequenties opslaan . U kunt
deze dan manueel, tijdgestuurd of gestuurd
door een audiosignaal, vooruit of achteruit
spelen .
7.1 Een sequentie opnieuw
programmeren of wijzigen
7.1.1 Een sequentienummer selecteren
1) Druk op de toets SEQUENCE (26) . Naast de
toets licht de groene LED RUN op en op
het display verschijnt
Seq__
. Zorg dat het configuratie-
Sequence
menu niet is opgeroepen [druk op de toets
ESC / SETUP (21) om het te verlaten] of dat
de hold-modus niet is geactiveerd [druk op
de toets HOLD (3) om deze uit te schakelen] .
2) Druk op de toets STORE / PRG (22) . De groene
LED gaat uit en de rode LED PRG licht op .
3) Voer het tweecijferige sequentienummer
rechtstreeks in met de cijfertoetsen (2), bv .
voor sequentie 7 de toetsen 0 en 7 (het on-
derste opschrift van de toetsen is nu geldig) .
Op het display verschijnen de gegevens over
de geselecteerde sequentie:
, wanneer het om
Seq xx is blank!
een vrij (niet geprogrammeerd) sequentie-
nummer gaat
of bv .
Seq11 014St +CFT
Sequentienummer 11, dat momenteel uit
14 stappen (Steps) met telkens een eigen
mengtijd (Crossfading time) bestaat .
Ga bij foutieve invoer met de toets ESC /
SETUP (21) een bedieningsstap terug en voer
het nummer opnieuw in .
7.1.2 Een sequentie wissen en
opnieuw programmeren
1) Indien het geselecteerde sequentienummer
niet vrij is, dan kunt u de bestaande sequen-
tie wissen:
a) Druk op de toets DELETE (24) . Op het
display verschijnt de vraag
.
Y/N
b) Om de sequentie te wissen, drukt u op
de toets 12 / YES (2) of om het wissen te
annuleren, drukt u op de toets 11 / NO .
2) Indien op het display de melding
verschijnt, dan kunt u met het
is blank!
programmeren van een nieuwe sequentie
,
Select
voor het
Clear Seq?
Seq xx