NEDERLANDS
Het gereedschap blijft continu aan als de
inschakelvergrendelknop (2) samen met de schakelaar
voor variabele snelheid wordt ingedrukt. Deze
mogelijkheid is alleen beschikbaar bij maximale snelheid.
Het gereedschap wordt uitgeschakeld door de schakelaar
voor variabele snelheid los te laten. Het gereedschap
wordt tijdens continu bedrijf uitgeschakeld door de
schakelaar voor variabele snelheid of de aan/uit-
schakelaar opnieuw in te drukken en los te laten.
Het gebruik van de Sightline®-functie ( g. D)
Geef de zaaglijn aan met een potlood.
Plaats de decoupeerzaag op de lijn (11).
Vanaf de bovenzijde van de decoupeerzaag kunt u de zaaglijn
eenvoudig volgen.
Snijmodus (alleen KS701PE)
De pendelslag biedt een agressievere bladbeweging en is
bedoeld voor het zagen van zachte materialen als hout of
kunststof. Het zagen gaat sneller, maar de zaagsnede door
het materiaal is minder glad. Uw decoupeerzaag heeft een
keuzeknop voor pendelslag. Het gebruik van deze keuzeknop
wordt uitgelegd in het volgende hoofdstuk.
Opmerking: Gebruik de pendelslag nooit om metaal te zagen.
Keuzeknop voor pendelslag
( g. E - alleen KS701PE)
De KS701PE heeft vier zaaginstellingen met steeds een
grotere pendelslag:
Stand 0: metalen, aluminium en metaalvellen (geen
pendelslag).
Stand 1: voor laminaat, hardhout, werkbladen.
Stand 2: voor multiplex en pvc/kunststoffen.
Stand 3: voor zacht hout en snel zagen
Het instellen van de pendelslag:
Draai de keuzeknop voor de pendelslag (6) naar
de gewenste stand.
Zagen
Houd het gereedschap tijdens het zagen stevig met beide
handen vast.
De zoolplaat (4) moet stevig tegen het te zagen materiaal
worden gedrukt. Hierdoor wordt voorkomen dat de zaag
wegspringt, worden trillingen voorkomen, en wordt de kans
verkleind dat het zaagblad afbreekt.
Laat het blad een paar seconden vrij bewegen voordat
u begint met zagen.
Oefen tijdens het zagen slechts lichte druk uit op het
gereedschap.
Tips voor optimaal gebruik
Zagen van laminaatmateriaal
Bij het zagen van laminaat kan de zaagsnede versplinteren,
waardoor het zichtoppervlak kan beschadigen. De meest
gebruikte zaagbladen zagen tijdens de slag naar boven.
Als de zoolplaat op het zichtoppervlak rust, moet u daarom
een zaagblad gebruiken dat naar beneden zaagt, of:
Een zaagblad met jne vertanding gebruiken.
Het werkstuk aan de achterkant zagen.
U kunt het versplinteren minimaliseren door een stuk
afvalhout of hardboard aan beide kanten van het werkstuk
32
(Vertaling van de originele instructies)
(Vertaling van de originele instructies)
te klemmen, waarna u door deze sandwich zaagt.
Metaal zagen
Waarschuwing! Gebruik geen stofafzuiging als u metaal
zaagt. De metaalspanen zijn heet en kunnen brand
veroorzaken.
Let erop dat het zagen van metaal veel langer duurt dan
het zagen van hout.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het zagen
van metaal.
Voor het zagen van metaalvellen kunt u een stuk afvalhout
of hardboard aan de achterkant van het werkstuk
klemmen, waarna u door deze sandwich zaagt.
Breng een dun laagje olie aan langs de zaaglijn.
Zijgeleider (alleen KS701E en KS701PE)
Het langs- en cirkelzagen zonder potloodlijn kan gemakkelijk
worden uitgevoerd met een zij- en cirkelgeleider (als optie
verkrijgbaar - onderdeelnummer X43005-XJ).
De zijgeleider bevestigen ( g. F en G)
Schuif de zijgeleider (14) met het dwarsstuk naar beneden
gericht in de openingen in de zoolplaat zoals aangegeven
in guur F.
Plaats de schroef (15) in het gat in de bodem van de
zoolplaat.
Plaats de klemstrip (16) over de schroef, met het gebogen
einde naar beneden en naar de achterkant van het
gereedschap gericht.
Draai de schroef met een kruiskopschroevendraaier
in het schroefdraadgat in de klemstrip zoals aangegeven
in guur G.
Stel de te zagen breedte in en draai de schroef vast.
Cirkelzagen ( g. H - alleen KS701E en KS701PE)
Schuif de zijgeleider met het dwarsstuk naar boven gericht
in de opening aan de rechterkant van de zoolplaat.
Stel de zijgeleider zo in dat de afstand tussen het
zaagblad en het gat in het dwarsstuk gelijk is aan de
gewenste straal van de cirkel, en draai de schroef vast.
Plaats het gereedschap zodanig, dat het midden van het
gat in het dwarsstuk boven het middelpunt van de te zagen
cirkel ligt (maak een insteekzaagsnede, boor een gat voor
het zaagblad, of zaag vanaf de rand van het materiaal naar
binnen om het zaagblad in de juiste positie te brengen).
Sla, als het gereedschap juist is geplaatst, een kleine
spijker door het gat in het dwarsstuk, precies in
het middelpunt van de te zagen cirkel.
Begin met het uitzagen van de cirkel en gebruik
de dwarsgeleider als draaiarm.
Insteekzagen ( g. I)
Insteekzagen is een gemakkelijke manier om een zaagsnede
midden in het werkstuk te maken. De zaag kan direct in een
paneel of een plaat worden gestoken, zonder dat er eerst een
gat voor het zaagblad geboord hoeft te worden. Geef het uit te
zagen gedeelte voor insteekzagen duidelijk aan met een potlood.
Kantel daarna het gereedschap voorover totdat de voorkant van
de zool stevig op het werkstukoppervlak rust, en het zaagblad
ruimte heeft voor een volledige slag. Schakel het gereedschap in
en laat het op maximale snelheid komen. Pak het gereedschap
stevig beet en laat de achterkant van het gereedschap langzaam
zakken tot het zaagblad de volledige diepte heeft bereikt.
Houd de zool plat op het werkstuk en begin met zagen. Haal
NEDERLANDS
31