Plafondlijst zagen (fig. 20, 21)
• Plafondsierlijsten kunnen met deze kap en verstekzaag
uitsluitend plat op de tafel aanliggend worden gezaagd.
• Deze kap en verstekzaag heeft bijzondere verstekaan-
slagen op 31,6° links en rechts, en een hoekaanslag
op 33,9° voor speciale plafondsierlijsten, d.w.z. tussen
de lijstachterzijde en het plafond waarop het bovenste
gladde vlak aansluit, is er een hoek van 52°; tussen de
lijstachterzijde en de muur waarop het onderste gladde
vlak aansluit, is er een hoek van 38°. Maak voor deze
plafondsierlijstenzaagsneden gebruik van de volgende
tabel.
Instructie: Deze speciale aanslagen kunnen niet worden
gebruikt bij 45° plafondsierlijsten.
• Omdat de meeste kamers niet beschikken over exacte
90°hoeken is een fijnafstelling noodzakelijk. Voer altijd
eerste een testzaagsnede uit om er zeker van te zijn dat
de hoek juist is.
Instellingen
Binnenhoek
Verstekhoek
Hellingshoek
Lijstpositie
Afgewerkte zijde
Buitenhoek
Verstekhoek
Hellingshoek
Lijstpositie
Afgewerkte zijde
Trekzaagsneden (fig. 22)
Waarschuwing: Trek tijdens het zagen nooit de zaagkop en
het lopende zaagblad naar u toe. Het blad zou aan de bo-
venzijde van het werkstuk omhoog kunnen gaan en een te-
rugslag van de zaagkop met het blad kunnen veroorzaken.
• Schuif het lopende blad nooit naar beneden uit voordat
u de zaagkop aan de voorzijde van de zaag heeft getrok-
ken.
• Trek de aanslag eruit.
• Maak de sledeafgrendelingsgreep (1) los zodat de zaag-
kop zich vrij kan bewegen.
• Stel de gewenste hellingshoek en/of verstekhoek in en
vergrendel deze.
• Bij hellingszaagsneden stelt u zowel de linker als de
rechter schuifaanslag in werkende positie in.
• Gebruik een schroefklem om het werkstuk vast te zet-
ten.
• Pak de zaaggreep (3) en trek de slede (4) naar voren, tot-
dat het midden van het zaagblad zich boven de voorzijde
van het werkstuk (5) bevindt.
• Trek aan de ontspanner (6) om de zaag aan te schake-
len.
• Als de zaag haar volledige snelheid heeft bereikt, drukt
u de handgreep langzaam naar beneden door de boven-
kant van het werkstuk.
• Beweeg de handgreep langzaam tegen de aanslag en
maak de zaagsnede geheel af.
• Bedien de ontspanner en laat het blad uitlopen voordat
u de zaagkop naar boven beweegt.
Linkerzijde
Rechterzijde
30° van rechts
30° van links
33,9°
33,9°
Bovenzijde
Onder zijde
op installatie
op installatie
oppervlak
oppervlak
Zaagsnede links
Zaagsnede links
van de marke ring
van de marke ring
uit voeren
uit voeren
30° van links
30° van links
33,9°
33,9°
Onder zijde
Bovenzijde
op installatie
op installatie
oppervlak
oppervlak
Zaagsnede
Zaagsnede
rechts van de
rechts van de
marke ring uit-
marke ring uit-
voeren
voeren
Instellen van de snijdiepte (fig. 23)
Voor rechte en platte herhalende zaagsneden kan de snij-
diepte vooraf worden ingesteld.
• Beweeg de zaagkop naar beneden, totdat de tanden van
het zaagblad de gewenste snijdiepte bereiken.
• Terwijl u de bovenste arm in positie houdt, draait u aan
de stopknop (1) totdat deze de stopplaat (2) bereikt.
• Controleer de diepte van de zaagtanden en beweeg daar-
toe de zaagkop van voor naar achter over het gehele ge-
bied van een typische zaagsnede langs de stuurarm.
De golflasergeleiding
Uw machine is voorzien van onze nieuwste ontwikkeling,
de lasergeleiding; dit is een door een batterij aangedreven
installatie, die gebruik maakt van klasse IIIa laserstralen
De laserstralen maken het u mogelijk om de afstand van
de verstekzaagsnede op het werkstuk van tevoren te zien,
voordat u met zagen begint.
Gevaar: De laser is geactiveerd als het zaagblad draait. Kijk
niet in de straal, ook niet met optische instrumenten. Ver-
wijder het waarschuwingsplaatje niet dat zich op de zaag-
bladbescherming bevindt. Vermijd direct oogcontact met
de lichtbron.
Let erop: De rode laserlijn verschijnt als stippellijn als de
motor wordt geactiveerd en het zaagblad zich in de hoogste
positie bevindt. Deze onderbroken lijn maakt het u mo-
gelijk om de markering op uw werkstuk in overeenstem-
ming te brengen met de snijlijn van het zaagblad. Als u
het zaagblad naar beneden beweegt komt de bescherming
omhoog. De onderbroken lijn verandert in een doorgetrok-
ken laserlijn.
Waarschuwingsplaatje laser: Maximale prestatie < 1mW di-
odelaser: 630 – 670 nm. Voldoet aan de norme EN60825
1.
Laserbediening
Zaagbladeenheid in hoogste positie:
• Leg het werkstuk op de verstekzaag.
• Schakel de zaag aan om de laserstraal te activeren.
• Vergewis u ervan dat de laserstraal overeenkomt met de
markering op uw werkstuk. (Waarschuwing: Schuif het
zaagblad tijdens het instellen niet naar beneden.
• Als de markering op het werkstuk niet met de laserstraal
overeenkomt, schakelt u de machine uit, wacht u tot het
zaagblad stilstaat, en verschuift u het werkstuk.
• Schakel de zaag weer aan en controleer de lijn.
• Zodra de lijn overeenkomt, maakt u het werkstuk vast
met een schroefklem en voert u de zaagsnede uit.
Zaagblad verwisselen (fig. 24, 25, 26)
Waarschuwing: Om het onbedoeld starten van de zaag te
voorkomen, schakelt u de schakelaar altijd uit en neemt
u de stekker uit het stopcontact voordat u het zaagblad
verwisselt. Gebruik correct geslepen zaagbladen. Let op
de maximale snelheid en het op het zaagblad aangege-
ven zaagtype. Voer het verwisselen en instellen van het
zaagblad correct uit. Gebruik uitsluitend zaagbladen die in
deze gebruiksaanwijzing worden aanbevolen.
Demontage van het zaagblad
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Til de verstekzaag rechtop.
• Til de onderste doorzichtige kunststofzaagbladbescher-
ming in de bovenste positie (1, fig. 24).
• Terwijl u de onderste zaagbladbescherming vasthoudt,
maakt u de schroef van het afdekblik (2, fig. 24) los met
nederlandse 47