EDELRID FLEX LITE Manual De Instrucciones página 46

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 57
borst-bevestiging van een gebruiker zal na een val
ongeveer tot een zit- of wieg-houding leiden, waarbij
het gewicht zich concentreert op de bovenbenen, de
billen en de onderrug. Het werkhouding-bepaling van
de gebruiker door de borst-bevestiging zal tot een
nagenoeg verticale lichaamshouding leiden. Indien
de borst-bevestiging wordt gebruikt als valbeveilig-
ing, moet de bevoegde persoon die het gebruik ervan
beoordeelt maatregelen nemen om ervoor te zorgen
dat een val alleen kan plaatsvinden met de voeten
naar voren. Dit kan de beperking van de toegestane
vrije valhoogte omvatten. Een borstbevestiging die is
ingebouwd in een verstelbaar type borstriem, kan
ertoe leiden dat de borstriem naar boven schuift en
de gebruiker wurgt bij een val, bij het eruit trekken,
tijdens het hangen, enz. Voor deze toepassingen
moet de bevoegde persoon versies van de har-
nasgordel met een vaste borst-bevestiging in over-
weging nemen.
12. Frontaal
De frontale bevestiging dient als verbinding bij de
ladderbeklimming voor geleide valbeveiligingen waa-
rbij een val in geen enkele andere richting mogelijk is
dan met de voeten naar voren, en daarnaast kan ze
worden gebruikt voor de werkhouding-bepaling. De
frontale bevestiging van een gebruiker zal na een val
of bij de werkhouding-bepaling leiden tot een zit-
tende houding met verticaal bovenlichaam, waarbij
het gewicht zich concentreert op de bovenbenen en
de billen. Bij een val met frontale bevestiging moet
de constructie van de harnasgordel de belasting met
behulp van de heupriem rechtstreeks om de boven-
benen heen en onder de billen leiden. Indien de
frontale bevestiging wordt gebruikt als valbeveiliging,
moet de bevoegde persoon die het gebruik ervan
beoordeelt maatregelen nemen om ervoor te zorgen
dat een val alleen kan plaatsvinden met de voeten
naar voren. Dit kan de beperking van de toegestane
vrije valhoogte omvatten.
13. Schouder
De
schouder-bevestigingselementen
worden gebruikt in paren en zijn goedgekeurd voor
redding en toegang/berging. De schouder-bevestig-
ingselementen mogen niet worden gebruikt als val-
beveiliging. We adviseren om schouder-bevestig-
ingselementen te gebruiken in combinatie met een
schouderdrager waarin een spreidelement is inge-
bouwd om de schouderriemen van de harnasgordel
uit elkaar te houden.
14. Achtertaille
De achtertaille-bevestiging mag uitsluitend worden
gebruikt voor voortbewegingsbeperking. Het achter-
taille-bevestigingselement mag niet worden gebruikt
als valbeveiliging. Onder geen enkele omstandigheid
is het toegestaan om de achtertaille-bevestiging te
gebruiken voor een ander doeleinde dan voortbewe-
gingsbeperking. De achtertaille-bevestiging mag
alleen worden onderworpen aan minimale belasting
door de taille van de gebruiker. Hij mag nooit worden
gebruikt om het volledige gewicht van de gebruiker
te dragen.
15. Heup
De heup-bevestigingselementen moeten worden
gebruikt in paren en ze mogen uitsluitend worden
gebruikt voor werkhouding-bepaling. De he-
up-bevestigingselementen mogen niet worden geb-
ruikt als valbeveiliging. Heup-bevestigingen worden
vaak gebruikt voor werkhouding-bepaling door
boomchirurgen, werknemers in de nutssector die
masten beklimmen en werknemers in de bouw die
staal vlechten en op bekistingswanden klimmen.
Gebruikers worden gewaarschuwd geen he-
up-bevestigingselementen (of enig ander stijf punt
van de harnasgordel) te gebruiken om het ongebrui-
kte uiteinde van een valbeveiligingsklimset op te
bergen, omdat dit struikelgevaar kan veroorzaken, of
moeten
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido