NEDERLANDS
C.4
Veiligheidsmarkeringen die op of in de
buurt van de machine aangebracht
moeten worden
Verbod
Betekenis
het is verboden bewegende onderdelen
te oliën, smeren, repareren en af te
stellen.
het is verboden de veiligheidsvoorzie-
ningen te verwijderen
het is verboden water te gebruiken voor
het blussen van branden (vermeld op
de elektrische onderdelen)
Gevaar
Betekenis
gevaar voor beklemming van handen
let op, heet oppervlak
gevaar voor elektrocutie (vermeld op de
elektrische onderdelen met indicatie
van de spanning).
C.5
Aanwijzingen voor het gebruik en het
onderhoud
In de machine zijn in principe mechanische, thermische en
elektrische gevaren aanwezig Waar mogelijk zijn deze geva-
ren geneutraliseerd:
• ofwel direct, door het gebruik van geschikte oplossingen in
het ontwerp
• of indirect door het plaatsen van beschermingen, beveili-
gingen en veiligheidsvoorzieningen.
Op het display, op het bedieningspaneel, worden eventuele
afwijkende situaties weergegeven.
Tijdens het onderhoud blijven er echter enkele gevaren
bestaan die niet kunnen worden geëlimineerd en die geneu-
traliseerd moeten worden door het gebruik van specifieke
voorzorgsmaatregelen.
Het is verboden om welke controle-, reinigings-, reparatie- of
onderhoudshandeling dan ook te verrichten op onderdelen die
in beweging zijn. Van dit verbod moeten de werknemers door
middel van duidelijk zichtbare waarschuwingen op de hoogte
worden gesteld.
Om de doelmatigheid van de machine en de goede werking te
garanderen is het absoluut noodzakelijk periodiek onderhoud
te verrichten zoals aangegeven in deze handleiding.
Wij adviseren u regelmatig alle veiligheidsvoorzieningen en de
isolatie van de elektrische kabels te controleren. Beschadigde
kabels moeten vervangen worden.
C.6
Oneigenlijk gebruik dat redelijkerwijs
voorzien kan worden
Met 'oneigenlijk gebruik' wordt elk gebruik bedoeld dat anders
is dan wat er gespecificeerd is in deze handleiding. Tijdens de
werking van de machine zijn andere soorten werkzaamheden
of activiteiten, die oneigenlijk worden geacht of die over het
algemeen gevaar met zich meebrengen voor de veiligheid van
de medewerkers en die schade aan de machine kunnen
102
veroorzaken, niet toegestaan. Oneigenlijk gebruik dat redelij-
kerwijs voorzien kan worden omvat:
• gebrek aan onderhoud, reiniging en periodieke controles
van de machine;
• structurele
wijzigingen
werkingslogica;
• geknoei aan beschermingen of veiligheidsvoorzieningen;
• het niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen
door de operators, het gespecialiseerde personeel en het
onderhoudspersoneel;
• het niet gebruiken van geschikte accessoires (bijv. het
gebruik van ongeschikte gereedschappen, ladders);
• het plaatsen, in de omgeving van de machine, van brand-
bare of ontvlambare materialen of materialen die in elk
geval niet verenigbaar zijn met de werkzaamheden of die
irrelevant zijn;
• onjuiste installatie van de machine;
• het in de machine stoppen van voorwerpen die niet
verenigbaar zijn met de werking ervan of die schade
kunnen toebrengen aan de machine of aan het milieu;
• op de machine klimmen;
• het niet in acht nemen van de aanwijzingen voor het juiste
gebruik van de machine;
• ander gedrag dat gevaar oplevert dat niet door de fabrikant
kan worden geëlimineerd.
WAARSCHUWING
De hiervoor beschreven hande-
lingen zijn verboden!
C.7
Beëindiging gebruik
Wanneer u besluit de apparatuur niet langer te gebruiken,
adviseren wij u deze onbruikbaar te maken door het verwij-
deren van de voedingskabels van het elektriciteitsnet.
C.8
Overige risico's
De machine brengt gevaren met zich mee die niet volledig
geëlimineerd zijn, vanuit het oogpunt van het ontwerp of door
de installatie van geschikte beschermingen. Wij hebben
desalniettemin de operator op de hoogte gebracht, door
middel van deze handleiding, van dergelijke gevaren, door
zorgvuldig te vermelden van welke beschermingsmiddelen de
medewerkers gebruik moeten maken. Om de risico's te
verkleinen, dient u tijdens het installeren van de eenheid voor
voldoende ruimte te zorgen. Om die omstandigheden te
behouden, moeten de gangen en de directe omgeving van de
machine altijd:
• vrij gehouden worden van obstakels (zoals trapjes, gereed-
schappen, containers, dozen, enz.)
• schoon en droog gehouden worden
• goed verlicht zijn
Voor de volledige informatie van de Klant worden hierna de
restrisico's vermeld met betrekking tot de machine: dergelijke
situaties moeten als niet correct beschouwd worden en zijn
dus strikt verboden.
of
wijzigingen
aan
de