Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Koppel het apparaat na gebruik volgens de aanwijzingen af.
Gelijktijdig laden van meerdere accu's
Met behulp van een parallel aansluiting kunt u meerdere accu's tegelijk laden. De positieve polen verbonden met de rode
klem en de negatieve polen aangesloten op de zwarte klem. Deze accu's of groepen accu's moeten dezelfde spanning
hebben : 12V of 24V.
Het serie laden wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK IN DE STARTER MODUS
Voorzorgsmaatregelen
• Koppel de accu niet los van het voertuig. Het aankoppelen van de accu kan het verlies van gegevens veroorzaken en
eventueel het herstarten verhinderen.
Starten
• Als de starter volgens de aanbevelingen aangesloten is op de accu (zie aansluiten en loskoppelen), kan het nodig zijn
om eerst voor te laden, om de voor het opstarten nodige energie te genereren.
Zet de schakelaar op positie «BOOST 2» om voor te laden met de NEOSTART 320 en op «BOOST» om voor te laden
met de NEOSTART 420 en 620.
Neostart
320
Zet, om de accu te starten, de schakelaar op de «START» positie. Ga naar de bestuurdersplaats van het voertuig. Draai
de contactsleutel van het voertuig om om de startfunctie te activeren. Deze functie moet uitgeschakeld worden zodra
het voertuig opstart. Het wordt aanbevolen om met 2 personen te werken, zodat de persoon die zich het dichtst bij de
NEOSTART bevindt de START positie op het laatste moment kan inschakelen, en die het apparaat weer kan uitschakelen
zodra het voertuig opstart.
Wacht 2 minuten tussen 2 startpogingen als de motor niet meteen opstart. De duur van de poging mag maximaal 3 sec zijn.
Nb: Als het voertuig niet start, wil dat niet direct zeggen dat de accu in slechte staat verkeert. De oorzaak van het
probleem kan ook bij de dynamo, bij de gloeibougie of elders liggen.
Volg na elk gebruik de aanbevelingen voor het loskoppelen op.
BEVEILIGINGEN
Dit apparaat is ontworpen met maximale beveiligingen:
• De laadklemmen zijn volledig geïsoleerd.
• Een zekering garandeert de beveiliging tegen ompoling en kortsluiting :
- Neostart 420 en 620 : art. code 054547, kaliber 200 A (type SIBA V-Fuse / open type)
- Neostart 320 : art. code 054639, kaliber 150 A (type Littlefuse BF1 / 32 V)
Het vervangen moet handmatig gebeuren.
• Een hoofdschakelaar, op de voorzijde, beveiligt het apparaat tegen overbelasting of bij het starten in de laadstand. Als
de stroomonderbreker aanslaat is een handmatige reset nodig.
• De thermische beveiliging wordt verzekerd door een thermostaat (afkoeling ongeveer een kwartier). Het groene
lampje gaat uit bij oververhitting.
GESULFATEERDE OF BESCHADIGDE ACCU
De NEOSTART kan een gesulfateerde of beschadigde accu niet herkennen.
• De accu is zwaar beschadigd als tijdens het laden de naald van de ampèremeter snel naar zeer hoge waarden schiet.
De accu is definitief buiten gebruik.
• in het geval van een gesulfateerde accu : schakel het apparaat in op de hoogste stand, «BOOST» voor de NEOSTART
420 en 620 of «BOOST 2» voor de NEOSTART 320, en controleer regelmatig of de ampèremeter een laadstroom
aangeeft. Zodra de laadstroom toeneemt, instellen op de bij de accu passende laadsterkte. Als er na 5 uur geen
verbetering is, is de accu definitief buiten gebruik.
Waarschuwing - Deze handeling mag alleen uitgevoerd worden als de accu losgekoppeld is van het voertuig.
42
NEOSTART 320 / 420 / 620
12 V
24 V
Neostart 420
Neostart 620
NEOSTART 320 :
Onmiddellijk
35 - 60 Ah
35 - 45 Ah
NEOSTART 420 et 620 :
Onmiddellijk
35 - 80 Ah
45 - 100 Ah
5 min voorladen
60 - 120 Ah
45 - 90 Ah
5 min voorladen
80 - 160 Ah
100 - 200 Ah
NL