Wanneer de verbinding met een pairing-PIN moet worden beveiligd, kan
bijkomend een koppeling worden uitgevoerd en een individuele pairing-PIN
worden toegewezen. De fabrieksinstelling is de verbinding zonder PIN.
Voor veiligheidsgerichte toepassingen moet een individuele pairing-PIN
worden toegewezen.
®
4.2.1.1
Bluetooth
-interface activeren
®
● Bluetooth
-interface met magneetstift of via WirelessHART
activeren:
● Magneetstift: Op markering (afb. A 12) tikken.
®
● WirelessHART
: Activering middels instrumentbeschrijving (DD) of
instrumenttype-manager (DTM).
✓ De blauwe LED knippert.
®
4.2.1.2
Bluetooth
-koppeling uitvoeren en voor het eerst verbinding
maken
Bij het maken van een eerste Bluetooth
gasmeetinstrument worden gekoppeld aan het Windows
houdt in dat beide apparaten kengegevens uitwisselen, zodat ze elkaar bij de
volgende verbinding automatisch herkennen.
Voorwaarde:
®
–
Bluetooth
-interface op het gasmeetinstrument en op het Windows
eindapparaat is geactiveerd.
®
● Indien de Bluetooth
-pairing-PIN "000000" wordt gebruikt, geschiedt de
®
Bluetooth
-pairing automatisch.
Als een persoonlijke pincode voor Bluetooth
gevraagd om deze pincode in te voeren.
✓ Na succesvolle verbinding brandt de blauwe LED permanent.
Gasmeetinstrument en Windows
verbonden.
Desgewenst kan met PolySoft een individuele Bluetooth
toegewezen.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
®
-netwerk
®
-verbinding moet het
®
-eindapparaat. Dit
®
-koppeling is verstrekt, wordt
®
-eindapparaat met PolySoft zijn
®
-pairing-PIN worden
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
®
4.2.1.3
Bluetooth
Voorwaarde:
®
–
Bluetooth
-interface op het gasmeetinstrument en op het Windows
eindapparaat is geactiveerd.
–
Het gasmeetinstrument is gekoppeld aan het Windows
● Via PolySoft verbinden.
Er hoeft geen PIN te worden ingevoerd.
✓ Na succesvolle verbinding brandt de blauwe LED permanent.
Gasmeetinstrument en Windows
verbonden.
4.2.2
Via WirelessHART
®
● Windows
-eindapparaat met het desbetreffende management-station via
het WirelessHART
De configuratie van het instrument via het WirelessHART
met de instrumentbeschrijving (DD) of de instrumenttype-manager (DTM).
5
Mechanische installatie
®
-
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
In explosiegevaarlijke omgevingen kunnen op de antenne vonken ontstaan die
ontvlamming kunnen veroorzaken.
► De antenne niet in explosiegevaarlijke omgevingen installeren die aan
intensieve elektrostatische ladingsprocessen zijn blootgesteld, zoals snelle
bewegende deeltjes of pneumatisch transport van poeders.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
In stofexplosiegevaarlijke omgevingen kunnen op de behuizing en de meetkop
vonken ontstaan die ontvlamming kunnen veroorzaken.
► Het gasmeetinstrument niet in stofexplosiegevaarlijke omgevingen
installeren die aan intensieve elektrostatische ladingsprocessen zijn
blootgesteld, zoals snelle bewegende deeltjes of pneumatisch transport van
poeders.
®
Repeater WirelessHART
Mechanische installatie
-verbinding tot stand brengen
®
-eindapparaat met PolySoft zijn
®
-interface verbinden
®
-netwerk verbinden.
®
|
nl
®
-
®
-eindapparaat.
®
-netwerk geschiedt
205