5.4.3 Programmeren van de intervalsturing
Op het display ziet u „00: " knipperen.
Om de ingeschakelde intervaltijden te wijzigen,
met de toetsen ▲ en ▼ de uren tussen 0 en 23 instellen.
drukken, de minuten worden weergegeven, „00" knippert.
Op de toets
Met de toetsen ▲ en ▼ de minuten tussen 0 en 59 instellen.
drukken, de seconden worden weergegeven, „00" knippert.
Op de toets
Met de toetsen ▲ en ▼ de seconden tussen 0 en 59 instellen.
Op de toets
drukken.
Op het display ziet u „00: " knipperen.
Om de uitgeschakelde intervaltijden te wijzigen,
met de toetsen ▲ en ▼ de uren tussen 0 en 23 instellen.
drukken, de minuten worden weergegeven, „30" knippert.
Op de toets
Met de toetsen ▲ en ▼ de minuten tussen 30 en 59* instellen.
Op de toets
drukken.
Om de programmeermodus te verlaten, moet de toets
verschijnt dan de bedrijfsmodus.
* De instelling tussen 0 en 59 is uitsluitend mogelijk bij intervallen met een duur van meer dan 1 uur. Daarvan zijn 30
minuten door de fabrikant als minimum ingesteld om de elektronische componenten te beschermen.
Aanwijzing: De eerste intervalsturing begint direct na het overgaan naar de bedrijfsmodus.
6. Fabrieksmatige voorinstelling / reset
Instelling klok:
Temperatuur 1:
Temperatuur 2:
Akoestisch alarm temperatuur 1: uitgeschakeld (BEEP OFF)
Optisch alarm temperatuur 1:
Akoestisch alarm temperatuur 2: uitgeschakeld (BEEP OFF)
Optisch alarm temperatuur 2:
Temperatuurmodus:
Timermodus:
14
12:00:00
25° C
25° C
uitgeschakeld (00 betekent: geen alarm)
uitgeschakeld (00 betekent: geen alarm)
verwarmen
Aut (betekent automatiek)
3 seconden lang ingedrukt worden, op het display