5.2 Regeling temperatuur 1 voor schakeling 1
5.2.1 Instellen van de temperatuur 1
„P01" knippert, op de toets
(met ▲ en ▼ P01 tot en met P08 selecteerbaar)
„CHA" knippert, met de toetsen ▲ en ▼ kan uit 'CHA' (veranderen) of 'dEL' (wissen) worden gekozen.
Indien „CHA"' gekozen wordt, dit met de toets
Met de toetsen ▲ en ▼ de uren tussen 0 en 23 instellen.
drukken, de minuten worden weergegeven, „00" knippert.
Op de toets
Met de toetsen ▲ en ▼ de minuten tussen 0 en 59 instellen.
, de ingestelde waarde voor de temperatuur „25.0" knippert.
Druk op
Met de toetsen ▲ en ▼ de waarde voor de temperatuur tussen 0 en 60 instellen.
Wanneer „P02" knippert, kunt u andere tijdeenheden evenzo programmeren.
Moeten er geen andere tijdeenheden worden ingesteld, de toets
Aanwijzing: Er kunnen geen uitschakeltijden worden ingevoerd. De starttijd van b.v. P02 is de eindtijd van P01. Indien
alleen P01 wordt ingesteld, worden de waarden gedurende 24 uur overeenkomstig de programmering gelijk gere-
geld. Het is raadzaam minimaal twee tijdeenheden te programmeren om tussen dag- en nachtwaarden te differen-
tiëren.
Let op: Wanneer u twee of meer tijdstippen voor het begin van de temperatuursturing tegelijk kiest, verschijnt op het
display de foutmelding E5.
5.2.2 Alarminstelling temperatuur 1
„00" knippert, met de toetsen ▲ en ▼ het +/- alarm tussen 1 en 10° C instellen.
drukken. „00" betekent dat er geen alarm is ingesteld.
Op de toets
drukken, om plaats 1 van het programma te programmeren.
bevestigen, de uren worden weergegeven, „00" knippert.
lang ingedrukt houden.
9