OBJ_BUCH-725-005.book Page 30 Friday, May 9, 2014 11:22 AM
30 | Nederlands
Indicatie Functie
Snijlijnfunctie zonder automatisch waterpas-
sen (zie afbeelding E): Het meetgereedschap
genereert twee elkaar snijdende laserlijnen die
vrij kunnen worden uitgericht en niet noodzake-
(rood/
lijk een loodrechte hoek vormen.
groen)
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
(zie afbeeldingen F–G)
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de muurhouder 13 of een statief 12.
Kies een van de functies met automatisch waterpassen.
Na het inschakelen worden door het automatisch waterpassen
oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ±4°
automatisch gecompenseerd. Het waterpassen is afgesloten
zodra de laserlijnen of loodstralen niet meer bewegen. De
indicatie 5 van de actuele functie brandt groen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, brandt de indicatie
voor automatisch waterpassen 4 rood en wordt de laser auto-
matisch uitgeschakeld. Stel in dit geval het meetgereedschap
horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het
meetgereedschap zich weer binnen het zelfwaterpasbereik
van ±4° bevindt, brandt de indicatie 5 van de functie groen en
wordt de laser ingeschakeld.
Buiten het zelfwaterpasbereik van ±4 ° is werken met de
functie automatisch waterpassen niet mogelijk. Anders kan
niet worden gewaarborgd dat de laserlijnen haaks op elkaar
verlopen.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw gewater-
past. Controleer na opnieuw waterpassen de stand van de la-
serlijnen en loodstralen in relatie tot de referentiepunten om
fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. De twee laserlijnen verlopen niet meer
noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Tips voor de werkzaamheden
Werkzaamheden met het statief (zie afbeelding H)
Een statief 12 biedt een stabiele, in hoogte instelbare meet-
ondergrond. Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 8 op de 1/4"-schroefdraad van het statief en schroef
het met de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met de muurhouder (toebehoren)
Met de muurhouder 13 kunt u het meetgereedschap op wille-
keurige hoogte stevig bevestigen.
Montage van de muurhouder (zie afbeelding I): Voor de be-
vestiging op een muur moet de opnameplaat 15 opengeklapt
worden. Druk op de toetsen 14 aan beide zijden van de opna-
1 609 92A 0JR | (9.5.14)
meplaat (a), klap de opnameplaat open (b), duw de plaat iets
omlaag en laat deze vastklikken (c).
Als u de hoogte van het meetgereedschap wilt instellen, kunt
u de opnameplaat 15 binnen een bereik van 6 cm naar boven
en naar beneden verschuiven. Druk daarvoor op de toetsen
14 aan beide zijden van de opnameplaat, schuif de opname-
plaat op de gewenste hoogte en laat deze weer vastklikken.
De schaalverdeling aan de zijkant van de muurhouder helpt u
bij de instelling van de hoogte.
Muurhouder bevestigen (zie afbeelding J): Bevestig de
muurhouder 13 met opengeklapte opnameplaat 15 zo verti-
caal mogelijk op een muur. Bevestig de opnameplaat stevig,
bijvoorbeeld met twee bevestigingsschroeven 16 (in de han-
del verkrijgbaar), zodat de plaat niet kan wegglijden. Draai de
1/4"-schroef 17 van de muurhouder in de statiefopname 8
van het meetgereedschap.
Gebruik als tafelstatief (zie afbeelding K): In de loodstraal-
functie kan de zichtbaarheid van de onderste loodstraal 3
worden verbeterd wanneer het meetgereedschap niet recht-
streeks op een ondergrond, maar op de samengeklapte muur-
houder 13 wordt gezet.
Leg daarvoor de muurhouder zo horizontaal mogelijk op een
stevige, rechte ondergrond. Druk op de toetsen 14 van de op-
nameplaat 15 (a). Duw de opnameplaat tot deze niet meer
verder kan in het bovenste stuk van de muurhouder (b). Draai
de opnameplaat omlaag (c). Draai de 1/4"-schroef 17 van de
muurhouder in de statiefopname 8 van het meetgereed-
schap. Laat de opnameplaat in de muurhouder vastklikken.
Draai het gemonteerde meetgereedschap zodanig dat de on-
derste loodstraal 3 vrij omlaag wijst. Indien nodig klapt u de
opnameplaat iets omhoog om de 1/4"-schroef 17 voor het in-
stellen van het meetgereedschap los te draaien.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het ro-
de licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het
verkeer. De laserbril biedt geen volledige bescherming
tegen ultravioletstralen en vermindert de waarneming van
kleuren.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Bewaar en transporteer het meetgereedschap alleen in het
meegeleverde beschermetui.
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloei-
stoffen.
Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en
let daarbij op pluizen.
Bosch Power Tools