Inbedrijfstelling
6.5.2
Parameters instellen met de menufunctie „Inbedrijfname"
Indien gewenst, wordt het apparaat in de fabriek volgens klantenwens geparametreerd.
Als geen specificaties doorgegeven worden, wordt het apparaat met de fabrieksinstellingen
geleverd.
De instelling van de meest gangbare parameters is in het menu „Inbedrijfname", samengevat.
Dit menu is de snelst mogelijke procedure, om het apparaat in te stellen.
Tot het inbedrijfnamemenu behoren de taal, de fysieke eenheid van de doorstroming,
meetbereik, eenheid van de teller, puls / frequentiebedrijfstype, impulsen per eenheid,
impulslengte, demping, toestand van de stroomuitgang in geval van alarm (Iout bij Alarm, Iout
Low Alarm, Iout High Alarm).
De gedetailleerde beschrijving van alle menu's / parameters vindt u het hoofdstuk
„Parameteroverzicht".
In het volgende wordt parameters instellen met de menufunctie „Inbedrijfname"
beschreven.
Boiler 9
Q
Σ+
Σ-
Read Only
Standard
Advanced
Back
**********
Next
Exit
46 - NL
0.00
l/s
0000.00 m³
0000.00 m³
Access Level
Select
Enter Password
RSTUVWXYZ 012345
Menu
Easy Setup
Select
4. Met
naar het configuratiescherm gaan.
5. Met
of
6. Met
de selectie bevestigen.
7. Met
het wachtwoord bevestigen. Op de fabriek is
geen wachtwoord gedefinieerd, men kan zonder invoer
van een wachtwoord beginnen.
OK
8. Met
of
9. Met
de selectie bevestigen.
FEX300, FEX500
„Standaard" selecteren.
„Easy Setup" selecteren.
CI/FEX300/FEX500-X1