De volgende punten bij het leggen in acht nemen:
•
Er wordt parallel aan de signaalleidingen (violet en blauw) een mangneetspoelkabel (rood en
bruin) meegevoerd, zodat tussen meetopnemer en -omvormer slecht één kabel nodig is. De
signaalkabel niet via aftakdozen of klemstrippen voeren
•
De signaalkabel voert een spanningssignaal van slechts enkele millivolts en moet daarom
langs de kortste weg aangesloten worden. De maximaal toegestane signaalkabellengte
bedraagt zonder voorversterker 50 m (164 ft) en met voorversterker 200 m (656 ft).
•
Vermijd de omgeving van grotere elektrische machines en schakelelementen die
strooivelden, schakelimpulsen en inductie veroorzaken. Wanneer dat niet mogelijk is,
signaal- en magneetspoelkabels in een metalen buis leggen en deze op de bedrijfsaarde
aansluiten.
•
Leidingen afgeschermd leggen en op het bedrijfsaardepotentiaal aansluiten.
•
Voor de afscherming tegen magnetische strooivelden bevat de kabel een buitenste
afscherming; deze moet op de SE-klem aangesloten worden.
•
De meegevoerde staallitzedraad moet ook op de SE-klem aangesloten worden.
•
De kabelmantel mag bij het aanleggen niet beschadigd worden.
•
Bij de installatie dient er op gelet te worden,
dat de kabel met een waterzak (1)
aangelegd wordt. Bij verticale inbouw de
kabelwartels naar beneden uitlijnen.
CI/FEX300/FEX500-X1
Afb. 28
FEX300, FEX500
Elektrische aansluiting
NL - 27