Alle bevestigingsmaterialen zitten in de zak met onderdelen.
Gooi geen onderdelen of materiaal weg voordat de maaier
inelkaar gezet is.
WAARSCHUWING: Voordat u aan de maaier
werkt, moet u de bougiekabel lostrekken.
OPMERKING: In deze handleiding zijn de termen links en
rechts gebruikt vanuit het gezichtspunt van de berijder.
OPMERKING: Illustraties en pictogrammen beginnen op
pagina 1.
OPMERKING: De bevestigingsmaterialen die u moet
gebruiken om de volgende losse onderdelen te monteren,
zijn op ware grootte weergegeven in figuur 3.
Voorwielen
Installeren van de voorwielen
(Figuur 4) Geruik een mes om de vier kanten van de
container open te snijden. Plaats de voorwielen (A) in
de container.
OPMERKING: Gebruik een blok hout van ongeveer 1,25
m. lang om de voorkant van de tractor omhoog te brengen.
Als er geen hout aanwezig is kan iemand anders helpen om
de tractor op te tillen. Pas op dat de tractor niet valt.
1.
Til de voorkant van de tractor op en leg het blok hout
onder de tractor.
2.
Zorg ervoor dat het
ventiel (B) aan de buitenkant
komt te zitten. Schuif het voorwiel (A) op de as (C).
3.
Maak beide
voorwielen (A) vast met een ring (D)
en splitpen (E). Buig de einden van de splitpen
(E) om, zodat het voorwiel (A) niet van de as (C)
afglijden kan.
4.
Maak het
voorwiel (A) vast net sluitring (D) en
e-ring (G).
5.
Als de
voorwielen (A) geïnstalleerd zijn mag
u de tractor van het blok hout tillen en uit de
container duwen.
6.
Plaats de
wieldoppen (F), indien uw tractor
daarmee uiterust is. Zorg ervoor dat de ringen (D) de
wieldoppen (F) op hun plaats houden.
Bestuurdersstoel
Installeren van de bestuurdersstoel
1.
(Figuur 5) Verwijder voorzichtig de plastic zak van de
bestuurdersstoel (A).
2.
Plaats de gaten in de
stoelscharnier (B) en de
gaten in de stoel (A) over elkaar. Bevestig de
stoel (A) aan de stoelscharnier (B) met de
bevestigingsmaterialen (D) en (E).
3.
Controleer de stand van de
twee vleugelmoeren (E) los indien de stoel (A)
ingesteid moet worden. Schuif de stoel (A) naar voren
of achteren via de stoelinstelgaten (C). Maak de
vleugelmoeren (E) weer vast.
stoel (A). Maak de
Stuurwiel
Montage van het stuurwiel
1.
(Figuur 6) Zorg ervoor dat de voorwielen recht staan.
2.
Schuif de
kap (C) over de stuurstang (B). Zorg
ervoor dat de uitstekende rand van de kap (C) aan de
bovenkant zit.
3.
Schuif het
stuurwiel (A) op de stuurstang (B).
4.
Maak het
stuurwiel (A) vast aan de stuurstang (B)
met schroef (D) en ringetje (E).
5.
Sommige modellen hebben een
voor het stuurwiel in de zak met onderdelen. Bevestig
het plaatje (F) in het midden van het stuurwiel (A).
Onderhoudsvrije accu
BELANGRIJK: Controleer de datum op de accu voordat u
de accukabels bevestigt. Deze datum geeft aan of de accu
opgeladen moet worden.
1.
(Figuur 7) De datum van de accu staat boven en op de
zijkant van de accu (A).
2.
Als de datum later is dan vandaag, hoeft de
niet opgeladen te worden en kunnen de accukabels
bevestigd worden. Zie "Installeren van de accukabels".
3.
Als de datum vroeger is dan vandaag, moet de
(A) opgeladen worden. Zie "Opladen van de accu".
Opladen van de accu (Figuur 7)
WAARSCHUWING: Rook niet tijdens het
opladen van de accu. Houd de accu uit de
buurt van vonken. De dampen van het
accuzuur kunnen een explosie veroorzaken.
1.
Verwijder de
accu (A) en accubak (C).
2.
Verwijder de kap van de pol.
3.
Gebruik een acculader van 12 Volt om de
op te laden. Laadt de accu op gedurende 1 uur onder
6 Ampère. Als u geen acculader heeft, moet u de accu
door een erkend service center laten opladen.
4.
Installeer de
accu (A) en accubak (C). Zorg ervoor
dat de positieve (+) pool (D) aan de linker kant
komt te zitten.
Montage
optioneel
plaatje (F)
accu (A)
accu
accu (A)
7