5. Registreren van het gekoppelde toestel
(1) Wanneer u op de schakelaar drukt in de stand getoond in stap 4, wordt het gekoppelde toestel
geregistreerd als zijnde gekoppeld aan het weergegeven binnentoestel.
• Bij een correcte registratie verschijnt het volgende display.
Als de registratie niet correct is, zal "88" knipperen in plaats van het kenmerk.
(2) Stel het volgende gekoppelde toestel in
• Voer stappen 3, 4 en 5 uit om een ander binnentoestel van dezelfde groep te registreren met het gekoppelde
toestel.
• Voer stappen 2, 3, 4 en 5 uit om een binnentoestel van een andere groep te registreren met het gekoppelde
toestel.
• Voer stappen 2, 3, 4 en 5 uit om een ander binnentoestel te registreren met een ander gekoppeld toestel.
6. Opzoeken van gekoppelde toestellen
Zoek het binnentoestel waarmee het gekoppelde toestel is verbonden.
(1) Voer stap 4 uit om het adresnummer weer te geven van het gekoppelde toestel waarvan u de
instelling wilt controleren.
• Kies het gekoppelde toestel met de schakelaar
Druk op de schakelaar
(2) Wanneer het gekoppelde toestel ingesteld is
Het adresnummer en kenmerk van het gekoppelde binnentoestel wordt weergegeven.
Het adresnummer en kenmerk van het gekoppelde toestel wordt weergegeven.
• Als de schakelaar nogmaals wordt ingedrukt in deze stand, kunt u de andere toestellen
controleren die met het gekoppelde toestel verbonden zijn.
Voorbeeld)
Binnentoestel ················· 001 (groep 1)
196
Op het display verschijnen afwisselend het adresnummer van het ingestelde
binnentoestel, het adresnummer van het gekoppelde toestel en de kenmerken.
Het adres van het binnentoestel of "---" wordt weergegeven.
Het adresnummer van het gekoppelde toestel dat u zoekt,
wordt weergegeven.
PROHIBIT
in de bovenstaande stand.
Afwisselend weergegeven.
002 (groep 2)