6. Kijk, wanneer de draaischijf op de indicatortool stopt
7. Plaats de bijstellingstool in de positioneringstool
8. Verwijder de bijstellingstool uit de
9. Herhaal de stappen 7 en 8 om een geslaagde
206521-001-G-INS.indd 85
magnetische apparaten ten minste 36 cm
verwijderd blijft van de indicatortool. Als u dat niet
doet, kan er een onnauwkeurige indicatie van de
instelling worden weergegeven.
met draaien, welk getal er wordt weergegeven, en
welke positie het binnen het venster heeft, om de
instelling vast te stellen. Een enkel getal binnen het
venster, met een volledig paarse achtergrond en met
beide grijze lijnen zichtbaar (Afbeelding 13), geeft de
instelling van de klep aan wanneer de tools correct
zijn uitgelijnd. Verwijder de indicatortool wanneer
u de instelling van de klep hebt bekeken.
Opmerking: als een enkel getal met een volledig
paarse achtergrond en beide grijze lijnen niet
volledig zichtbaar zijn, is de positioneringstool
niet correct uitgelijnd met de klep. Verwijder de
indicatortool, plaats de positioneringstool opnieuw
en zorg ervoor dat de zwarte middenlijnen zijn
gecentreerd met het klepmechanisme (Afbeelding 10).
Herhaal stappen 1 t/m 6.
LET OP: Verplaats de positionerings- en
indicatortool niet tegelijk om een getal in het
venster te verkrijgen of te centreren; dit kan ertoe
leiden dat er een onnauwkeurige indicatie van de
instelling wordt weergegeven.
zodat het pijltje naar de huidige instelling wijst. Houd
met één hand de "lippen" van de positioneringstool
vast en draai met uw andere hand de bijstellingstool
tot het pijltje naar de gewenste instelling wijst
(Afbeelding 12). De bijstellingstool laat een klikgeluid
horen en geeft een voelbare reactie wanneer u naar
één van de instellingen draait.
LET OP: als de positioneringstool niet zorgvuldig
wordt geplaatst, kan dit tot gevolg hebben
dat instelling niet kan worden bijgesteld. De
positioneringstool moet nauwkeurig worden
uitgelijnd met de stroomrichting van de klep
en het midden van het harde-klepmechanisme
om nauwkeurig te kunnen bijstellen. Een goede
uitlijning kan moeilijk zijn als het boven de klep
liggende weefsel dikker is dan 10 mm. In een
dergelijk geval moet u de positie en richting
van de klep bevestigen met een röntgenfoto of
fluoroscopie. Zie SECTIE D: Problemen oplossen
en SECTIE E: De huidige klepinstelling bevestigen.
Opmerking: De bijstellingstool heeft een
mechanische stop tussen instelling 1 en 8. Dit is
om onbedoelde bijstelling van de uitersten van de
beschikbare instellingen te voorkomen.
Opmerking: U zorgt voor een goede bijstelling door
te beginnen bij de huidige instelling van de klep en
rechtstreeks naar de gewenste instelling te gaan.
positioneringstool door deze ten minste 3 cm recht
omhoog te trekken voordat u de tool horizontaal uit
de positioneringstool verwijdert, om een onbedoelde
bijstelling van de klepinstelling te voorkomen.
bijstelling van de instelling te bevestigen. Bevestig
altijd of de gewenste instelling van de klep is bereikt.
85
21-05-2015 23:31:00